Menu

Skip to content
  • Filosofie in het alledaagse
  • Filosoferen met kinderen
  • Filosoferen ouder en kind
  • Filosoferen thuis
  • Wat is er anders aan een filosofieles?
  • Filosoferen met kleuters
  • Trainingen filosoferen met kinderen op de basisschool
  • Ontwikkeling filosofieonderwijs
  • BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK
  • Karin Glaubitz
  • Contact
  • Actueel
Geen activiteiten om weer te geven

Openingstijden

Het atelier is geopend op afspraak

Volg ons op:

Author Archives

karin

Metamorfose

filosoferen met kleuters

Metamorfose

Met de kleuters filosoferen over verandering van visje naar kikker.

Wat kan de kikker, het visje en wat kan jij?  Over identiteit, veranderbaarheid, oorzakelijkheid en functionaliteit (naturalisme). Over  de relatie tussen iets kunnen, iets willen en iets leuk vinden. Over voorbestemming in de natuur. Magisch en logisch denken gaan hand in hand bij deze kleuters.

Ik vertel het verhaal van kikkervisje Julia en haar grote vader de brulbek -kikker.De kikker heeft hele grote poten (kleuters stampen op de grond) Hij heeft een hele grote mond die heel goed kan kwaken. (de kleuters kwaken) Het visje heeft alleen een staart, een vin is het. Het visje heeft een klein mondje en zegt “blub-blub” .En dan op een ochtend heeft het visje 2 pootjes en het kan springen.

We doen spelletjes tijdens het verhaal. Zitten als een stille kikker, Springen als een kikker een bek maken als een kikker, kikkerpootjes maken met je handen. Kwaken als een kikker, blubber als een visje, zwemmen als een visje.

Midden in de kring ligt een kleed met een kikker en een visje erop. De kleuters zijn nieuwsgierig.

Wat is het?

“Een vis, een kikker. Kan een vis in het water. Ja, maar niet erop, want vissen hebben geen poten. de vis moet onder water Als een kikker geboren wordt is hij eerst een vis. 

Wat is er gebeurd met het visje?

“Hij kreeg twee poten. Het kwam door het slapen. Er kwam een toverheks die toverde het visje in een kikker.  Hij ging daarna ook praten.  Heeft dit visje poten? Nee! Wat is er veranderd. Het visje wordt een kikker omdat hij een vlieg heeft opgegeten.  eerst kreeg hij poten en toen handen en toen een grote bek” Hij kreeg ook een lange tong. hij was eerst piepklein en toen ging hij groot worden. Werd het een grote vis? Nee het werd een kleine kikker. Nu heeft ze een kikkerlijf en is ze groot. Door te slapen. “Wat moet hij er voor doen om een kikker te worden? Helemaal niets! Hij moet heel hard zwemmen. Als een vis uit het water gaat is hij dood. En hoe zit dat met een kikkervisje? Hij moet eerst een worm eten, dan krijgt hij grote ogen en dan wordt hij kikker. Als hij pas geboren wordt en hij is uit het water dan is het zielig. Ze heeft alleen een staart en ze kan alleen maar kleine dingetjes eten. visjes eten alleen kleine wormen” 

Is het een visje of een kikker?

Het is eerst een kikkervisje en daarna wordt het een kikker.  Het is raar dat het hoofd vastzit aan de vin.  Het visje was een kikker geworden.  Het is een kikker , maar hij moet nog handen krijgen en nog steeds groter worden.  Ze is een kikker, ze is al een vis geweest. Niet alle vissen worden kikkers. Als hij gaat slapen en dan wakker wordt is hij een kikker geworden. Het moet donker zijn en je moet niet kijken. Het visje moet eerst groter worden en eten , dan wordt hij pas een kikker. Als een vis uit een kikker is geboren wordt hij een kikker.  Het visje is een kikker.  Wordt jij ook een kikker als je gaat slapen? Nee! Alleen visjes kunnen kikkers worden.  Nee dat kan niet omdat ik een mens ben.  Het visje wilde ook een kikker worden en ik niet.” 

Het kikkervisje heet Julia, maar als hij kikker is heet hij geen Julia meer. Het kikkervisje heeft andere kleuren, het visje gaat weg. Het visje gaat dood, omdat de kikker geen staart meer heeft.”

filosoferen met kleuters

De kikker heeft uitpuilende ogen dat kan je voelen

Hoe weet hij dat hij een kikker is geworden?

Als het visje gaat springen en geluid maken is het een kikker. Visjes kunnen geen geluid maken en kikkers wel. Als hij staat heeft hij poten en als hij dan kan springen  en lopen dan weet hij dat hij een kikker is. Maar een visje kan dat niet. Visjes hebben geen voetjes. De vis is nu weg.  waar is de vis? Is hij dood?  Nee, als de vis een kikker is geworden dan zit de vis in hem.”

Wat wil jij zijn een kikker of een visje?

Een kikker, want een visje gaat dood. Een kikker omdat een kikker blij is en kan springen, en goed kan kijken. 

Een visje, omdat die goed kan zwemmen en ik vind zwemmen leuk.

We sluiten af met het kikker-visje spel.

De kikker met de

het kikkervisje, zonder handen en voeten volgt het spoor van papa kikker

kikkerbroek en zwempoten mag zich verstoppen, het visje met een vissenstaart zoekt het spoor van de kikkerpootjes en er is een grote kikker die echt kan kwaken. De kinderen ervaren het verschil in voortbeweging met een staart of poten en ze oefenen met een spoor van pootjes maken; van visje, naar kikker.

 

 

 

Posted by | View Post | View Group
11 maart 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Personages

Ben je nog dezelfde persoon als je je verkleedt?

schoorsteenveger

Filosoferen met groep 4 en 5 over rollen, personages en onvervreemdbare eigenschappen van personen, herkenbaarheid, rolpatronen innerlijk en uiterlijk.

De kinderen op school vieren carnaval en ze zijn verkleed naar school gekomen. Ik vertel het verhaal van een koning die naar de kermis wil, maar dat niet kan doen in zijn koningskleren. Hij gaat vermomd als schoorsteenveger.

Waarom verandert de koning van kleren?

Het is gevaarlijk voor de koning als hij als koning over straat gaat. Iedereen zou hem herkennen en de kermis is niet deftig genoeg voor een koning. Als je er chique uitziet kom je niet in de kermis. Misschien maken boeven hem wel dood. Maar boeven kunnen natuurlijk ook het geld van de schoorsteenveger pikken, want die heeft ook geld. De koning mag in zijn koningskleren niet vies worden en van de kermis word je vies. En iedereen herkent anders de koning en dan wil iedereen een handtekening.

filosoferen met kinderenWie ben je met andere kleren?

Als je andere kleren aandoet ben je nog steeds jezelf, want het is je eigen lichaam. Maar de koning is wel een ander persoon geworden door de andere kleding. Wat wel hetzelfde is gebleven is zijn haar, de vorm van zijn lichaam, zijn ogen, armen, handen en zijn kleur huid, dus hij is dan wel gewoon nog de koning.

Alles is hetzelfde , behalve zijn kleding. Hij heeft nog steeds dezelfde hersens. De koning kan hele andere dingen denken dan de schoorsteenveger. Bijvoorbeeld de koning kan denken “ik ga morgen lekker naar de dierentuin” en de schoorsteenveger denkt “ik moet morgen weer werken” Je hersenen zorgen ervoor dat je alle antwoorden weet. Als de koning en de schoorsteenveger allebei hetzelfde weten dan kunnen ze ook hetzelfde antwoord geven.

filosoferen met kinderen

Er staat een paard in de gang

We sluiten de les af door een polonaise door de gang hossend op een gauwe ouwe van Andre van Duin: wat een plezier met die kinderen!

Filosofieles ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster

Posted by | View Post | View Group
26 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, facebook, Geen categorie Leave a comment

Schatgravers

filosoferen met je hele lijf

schatzoekers

Filosoferen over een schat met groep 3.  We filosoferen over binnen/ buiten, uiterlijk/ innerlijk, delen van waarneming, kwaliteiten en essentie,  deugdzaam leven in verband met rijkdom (Aristoteles), optimisme en eigendomsrecht.

Wat is een schat?

Waar alle gouden dingen in zitten, als je een schatkaart hebt dan kom je bij de schat. De schat is ergens verborgen, waar je hem niet kan vinden. Een schat moet wel echt geheim zijn, anders is het geen schat en dan kunnen anderen hem vinden en dan valt hij in verkeerde handen.

Wat zijn verkeerde handen?

Als iemand de schat krijgt die er iets verkeerds mee doet, je moet braaf zijn en je braaf kleden als je een schat gaat zoeken. Je kan hem ook samen delen met vrienden.

Wat heb je nodig om een schat te vinden?

Als je een schat wil vinden heb je een schatkaart nodig en vrienden, die helpen hem op te graven. Je hebt in iedere hand een kaart, een schatkaart, een voor de schat en een voor thuis, anders kan je niet meer naar huis.

filosoferen met je hele lijf

Schatgravers

Hoe vind je een schat?

Je moet lopen en dan een kruis maken en daar is de schat en dat teken je op een kaart.

Hoe weet je zeker of een schat ergens echt is?

Dat weet je niet zeker, want dromen komen ook niet altijd uit. Je kan in het zand gaan graven en dan kan je iets vinden, maar dan zit er niets in. Je kan wel daarna je geld in de lege kist stoppen en dan weer begraven en dan is het echt een schat. Dan moet je wel een schatkaart maken. Als je een schat hebt moet je er in bijten om te kijken of de munten echt zijn.

Wat zit er in de schat?

Ik heb een mand meegenomen met “schatten” , een zilveren doosje, een zakje, een trommetje, een portemonnaie  etc. Overal zit iets in. De kinderen onderzoeken met elkaar de buitenkant van de schat door het vast te houden en te luisteren en te voelen , zonder er in te kijken.

De kinderen raden: Een spiegelbeeld, een spiegel, armband, telefoon, schatkist, diamant, centjes, ringen en een ketting.

In het zilveren doosje zit een grote schelp; In de trommel zit een kroon en in de portemonnaie zitten ouden muntjes.

Is het een schat?

Het is een schat, want je kan de zee horen. Sponge Bob heeft ook veel schatten en dat zijn trofeeën.  Een kroon is een schat omdat hij van goud is en omdat hij door de koning gedragen wordt. De centjes zijn van de Juf, want die heeft ze gespaard.

We sluiten af met een spelletje waar is de schat; boven, onder, op naast etc.

Alle kinderen krijgen een muntje mee van de schat.

Filosofieles ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster

 

 

 

Posted by | View Post | View Group
26 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Eervolle vermelding Berrie Heesen Prijs

Berrie Heesen prijs filosoferen met je hele lijfOp 17 februari ontving Karin Glaubitz in Utrecht van het Centrum Kinderfilosofie Nederland een eervolle vermelding voor haar werk.

-Filosoferen met je hele lijf: Filosoferen met kleuters in een meertalige kleuterklas-

Rapport van de jury. 

Het inspiratiealbum “Filosoferen met je hele lijf” Laat zien hoe je met jonge kinderen die geen gemeenschappelijke taal hebben toch een basis legt voor filosoferen door een gemeenschappelijke nieuwsgierigheid op te roepenen de communicatie hierover op gang te brengen.  ”

“Filosoferen met je hele lijf” breekt met alle vooroordelen en veronderstellingen over filosoferen met kinderen; dat het vooral iets is voor witte middenklasse kinderen, of zelfs voor meer- of hoogbegaafden; dat kinderen er wel een jaar of tien of twaalf voor moeten zijn om op een filosofische manier te kunnen denken; dat er minstens gesproken taal voor nodig is.

Misschien heeft Karin wel met zoveel conventies gebroken dat de jury zich afvroeg of hier nog wel sprake is van filosoferen, en of ze daarom de prijs zelf wel kon winnen.

Eervol vermelden willen we dit project zeker.

Karin is gaan filosoferen met kinderen die net in Nederland zijn, jonge kinderen die over weinig taal beschikken en al helemaal geen gemeenschappelijke formele taal. Als die er niet is, die taal om met elkaar te spreken, je hele lijf heb je wel. En er is verbazing over de wereld om je heen.

Berrie Heesen prijsJe moet veel begrijpen van filosofie, je moet zeer creatief zijn en bovendien een grote betrokkenheid voelen bij je kinderen om “filosoferen met je hele lijf” te kunnen bedenken. Karin heeft dat hiermee getoond, in een zeer fraai uitgevoerd boek.

 

Posted by | View Post | View Group
23 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Dokter

filosoferen met je hele lijfPoppejans is ziek.  

Wie is de dokter?  Filosoferen met kleuters over wie moet wat doen, hoe hoort het, wat is een instrument,  welke plichten zijn er en welke functies, rolpatronen en diagnostisch onderzoek.  Janneke heeft een ziek kind en dokter Jip doet vreemde dingen; hij slaat poppejans met een lepel en vindt dat ze in het zeepsop moet.

Wat moet de dokter doen? 

filosoferen met je hele lijf

Dokter A inspecteert de arm van E.

Als de dokter met een lepel slaat dan wordt hij ontslagen. Dokters zijn lief en zorgen. Niet altijd, als ze vrij zijn hoeven ze niet te zorgen. Moeders zorgen ook. Een dokter plakt grote pleisters zoveel hij zelf wil. De dokter kijkt met een bril. Hij moet ook met een stethoscoop luisteren naar je hart. De dokters maken doktersdrankjes.

filosoferen met je hele lijf

Dokter A en zuster M onderzoeken Poppejans

Rollen?

De kleuters zijn het oneens met elkaar of meisjes of jongens allebei dokters kunnen zijn. De jongens vinden dat de dokter een jongen moet zijn, de meisjes zijn het er niet mee eens. We tellen stemmen.

Hoe weet je wanneer je ziek bent?

Als je hoest , dan ben je ziek. Nee zegt Ch. Alleen als je ook hogere temperatuur hebt , dan ben je ziek.

 

filosoferen met je hele lijf

Poppejans

Wat doe je met de instrumenten uit het dokterskoffertje?

Met de injectie geef je een prik en dan moet je ook een pleister plakken. Je krijgt een prik als je ziek bent, maar dat kan ook als je niet ziek bent, ook als je veel rent. Een prik helpt niet voor bacteriën , dan moet je wel je handen wassen. Anders bijten die beestjes in je handen en dan word je ziek.  De crème moet op het gezicht als je vlekjes hebt en de pil moet je eten en met water wegspoelen. De pil is blauw, hoort dat zo? Ja je kan beter worden met een blauwe pil. Met de stethoscoop kan je het hart horen, maar dan moet je ook heel diep ademen. Verband kan je overal omheen doen; armen en benen en je hoofd.

 

Filosofieles voor kleuters ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster

 

 

Posted by | View Post | View Group
20 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Een bijzondere dag

filosoferen met kinderen

Heksendag

Bijzondere dagen, wie bepaalt dat?  kan je die ook zelf verzinnen? 

Filosoferen met groep 4 over het algemene en het bijzondere, over externe objectiviteit, over dingen weten en dingen doen, collectivisme, vrije wil of determinisme en fenomenen.

Als je wordt geboren is het een bijzondere dag voor jou. Iedereen wordt geboren. En de heks is ook geboren. Dus Heksendag bestaat echt. De hekst kan wel lopen net als wij, dus ze is ook geboren. De Heks wil alleen toveren en  geen verjaardag vieren. Ze wil alleen gekke dingen doen. Ze is niet jarig omdat ze niet jarig wil zijn. Heksen houden niet van feestjes, slingers, kadootjes, lachen en vrolijk zijn. Ze houden ook niet van mensen. Ze wil wel jarig zijn, maar er komt gewoon niemand. Ze houden wel van heksensoepjes.

Eigenlijk bestaan heksen niet dus je hoeft ook geen verjaardag te vieren.

Juffendag, Valentijnsdag als je van iemand houdt. Geboren dag, het kind dat geboren is uit de moeders buik. Gezond-eten dag, dan word je fitter. Tekendag, als je genoeg tekeningen maakt mag je stoppen. Slaapdag, dan mag iedereen de hele dag slapen. Ook de wereld slaapt!

Hoe ziet de wereld eruit op slaapdag?

Iedereen slaapt. Het is de hele dag donker. De wereld is stil en slapend.

Hoe weten we dat iedereen slaapt?

filosoferen met kinderen

Slapende honden wakker maken?

Je zet het in je agenda. Je zet het een dag ervoor in de krant, dan weet iedereen het. Als iedereen slaapt, weet niemand dat we slapen. Hoe weten we het dan dat we slapen? De dieren mogen dan niet slapen en die moeten opletten om te kijken of we slapen. Dan zit er een hond naast je bed en die weet dat je slaapt.

En als de hond in bed slaapt?

We sluiten de les af met koek, dus het is ook koek- dag!

Posted by | View Post | View Group
18 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Snot

filosoferen met je hele lijf

Verkouden lammetjes

Pragmatisch denken met kleuters. Ik vertel een sprookje over een koning met 1000 verkouden lammetjes. De koning heeft last van veel lammetjessnot.

Wat heeft de koning nodig?

De koning moet de lammetjesdokter bellen.  Een snotdrankje heeft de koning voor zijn lammetjes nodig. De koning heeft papier nodig om de lammetjes te laten snuiten. Een grote lap om alle lammetjes aan af te drogen en een dekentje om ze in te stoppen.

filosoferen met je hele lijf

zakdoeken uit oma’s schatkist

Hoe krijgen we het snot weg?

Hij moet met papier de neuzen van de lammetjes vegen. Hij moet ze afwassen onder de douche. Er zijn 100 emmers snot. Je kan ook een oud knuffeldekentje nemen en daarna weggooien want anders krijg je bacteriën in je bed. De koning moet het snot wegspoelen. Het snot moet in het papier weggegooid worden. De lammetjes moeten veel water drinken en de koning moet ze in bed stoppen en goed voor ze zorgen. Ze moeten de hele tijd met hun neus in de douche.

filosoferen met je hele lijf

neussnuiten van het lammetje

Met de zakdoeken van oma kunnen we de neus van het lammetje snuiten. hoe doe je dat? De kinderen snuiten om de beurt de neus van het lammetje. Het lammetje moet steeds niezen.

Posted by | View Post | View Group
15 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Ruimte

Powers of ten

Filosoferen met kinderen

Filosoferen over de ruimte

In enkele minuten wordt ons “blikveld” exponentieel vergroot en daarna verkleind. Alles vanuit 1 vertrekpunt. Over realiteit, oorsprong, zijn, ruimte, de menselijke maat, optiek en geocentrisme.

We bekijken met groep 5 een film “powers of ten” en we maken een denkbeeldige reis door de ruimte.

Wat heb je gezien? 

DNA heb ik gezien. Wat is DNA?  Dat is spuug! zegt A. Nee, dat is een soort bacterie. Het is alles wat van jou is. Wat zijn atomen eigenlijk? Dat zijn groene dingen. DNA wordt gemaakt van atomen, of andersom. DNA is waar dingen in opgeslagen worden, ook wat je denkt. Het heelal heeft te maken met ruimte. Het heelal is ook de aarde. En een donkere lucht en veel gekleurde sterren. Nee, het heelal, het is de ruimte waarin de ruimte zich bevindt.

Wat is bevinden? vraagt I Bevinden is zijn, zegt A.

Is het allemaal wel echt?

Nee! zegt D, dat kan helemaal niet, als je zo dicht bij de zon komt smelt je dus het is niet echt. Het is een nepfilm. Dat is ook zo bij tekenfilms. Het is wel echt want ze bewegen. Bestaan betekent dat het leeft.  N zegt : je zegt dat het nep is maar een planeet is een aarde en wij zijn op de aarde dus het is echt, want wij zijn echt. Het is allemaal ontelbaar en oneindig.

Wat is ontelbaar en hoe weet je dat?

Sterren kan je niet tellen, dus ze zijn ontelbaar. Het zijn allemaal plaatjes, je kan niet en je ziet niet alles tegelijk, daarom is het ontelbaar. Hoe weet je dat het ontelbaar is? Als je op aarde staat zie je niet alles, maar als je in de ruimte bent zie je alles. Als je in de ruimte kijkt zie je alles, al je op 1 plek staat. A; Nee dat is niet zo; er is niet 1 plek in het heelal waar je de sterren kan tellen.

zonnestelsel

Waarom is het zo ver weg?

Dat moet zo zijn , anders botsen we. Als de planeten dichterbij elkaar komen botsen ze en dan verdwijnen ze in een zwart gat.

Waar zijn wij?

Alles is zover van onze planeet ontstaan. En wij zijn op de aarde. De aarde ligt in het midden en de planeten zijn eromheen. Maar je kan ook op de aarde staan. We zijn op de de aarde, maar  de aarde is ook onder je voeten. Dat zijn geen 2 “aarden” maar ook een en dezelfde. Je kan er ook doorheen en dan ben je niet ondersteboven.

De kinderen tekenen hun reis door de ruimte en wat ze tegenkomen:

filosoferen met je hele lijf

Ruimtevaarder met zwevende koffie

A. tekent de koffie die uit de beker van de ruimtevaarder “zweeft”

Posted by | View Post | View Group
14 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Workshop Filosoferen met je hele lijf

ReflectieDeze workshop  wordt  georganiseerd voor docenten basisonderwijs en docenten filosofie. Je maakt in een ochtend kennis met de methode en werkt 1 lesthema uit.

Aantal lesuren; 2,5 uur

Datum wordt nader bepaald

Kosten: € 65,- introductieprijs
Locatie: Silkeborg 79, 2905AT Capelle aan den IJssel

Atelier het Narrenschip

Atelier het Narrenschip
Silkeborg 79
2905AT Capelle aan den IJssel

Meld je aan via de contactpagina

 Training Filosoferen met je hele lijf

Posted by | View Post | View Group
10 februari 2017 by karin Posted in Actueel Leave a comment

Maandag mag je met me mee

filosoferen met je hele lijf

maandag mag je met me mee

Filosoferen met groep 4 over de dagen van de week.

De kinderen spelen in hun gedachten met de 7 dagen van de week.  Wat is een lollige dag. Wie vindt dat en wie vindt dat niet. Bij toeval onderzoeken de kinderen standpunten en stellen conclusies bij aan de hand van een aantal elementair opgebouwde beweringen en een fysieke uitwerking ervan.

De klas leest het gedicht hardop. De rijmwoorden klinken in de klas. De kinderen kennen het gedicht na 2x lezen uit hun hoofd! We bespreken de woorden die de kinderen niet kennen.

Waar gaat het gedicht over?

“Die oma heeft lollige dagen, het is een fitte oma, dat kan je zien op het plaatje. Dat is best gek want normaal kunnen oma’s niet zo hard rennen, omdat ze oud zijn.  Misschien is zij minder dan 65 jaar. Ik snap het niet, Ik snap niet hoe die fee werd geboren. Ik wist niet dat die bestond.  Ja, maar wel een tandenfee. Fee en elf horen bij elkaar.  De elf is het kind van de fee. Misschien is het meisje zelf een fee. De ene heet gewoon Fee en de andere heet Elf. Wat is “ringeloren”? Dat is een bel op de toren waar ze aan gaan rinkelen en dan ga je dat elke keer horen in je oren.  Het zijn oorbellen in je oren, als je loopt gaat het ring ring ring. Een ring die je kan gooien.  Ze gingen allemaal leuke dingen doen. Niet alleen maar leuke dingen, want het was niet pluis. “

Waar begint de week?

Dat is maandag, want dat is de eerste schooldag. Zaterdag, dat is de eerste dag van de week, dan heb je vrij. 

Wat is een lollige dag?

“Dat is een grappige dag met leuke dingen.  Je kan bijvoorbeeld voorlezen. Of iemand laten voorlezen. Je kan ook voor jezelf voorlezen. Toen ik jarig was was het een dag met leuke dingen, de hele dag was lollig, behalve dat ik moest slapen.  Mijn verjaardagsfeestje was een lollige dag. Totdat mijn broertje in de taart was gevallen, toen was het geen lollige dag meer.  (de andere kinderen moeten lachen) Dat is wel een lollige dag want het is grappig. -De kinderen verbazen zich er over dat dit niet voor iedereen leuk is- We onderzoeken verder hoe de meningen hierover verdeeld zijn en wat die mening te maken heeft met andere relaties. Zou jij het ook leuk vinden als je broertje in de taart was gevallen? Dat is helemaal niet lollig, want je lacht iemand uit. S: De jongens vinden zoiets grappig, terwijl dat niet zo is. Meisjes vinden dat niet grappig. J (een jongen) verandert zijn mening en zegt dat hij het 50% leuk vindt en 50% niet leuk. Want het is grappig , maar het is niet leuk dat de taart kapot is”

We doen een onderzoek naar de mogelijke  standpunten ; we maken 3 groepen in het lokaal met kinderen die verschillend meningen zijn toegedaan. We maken fysiek inzichtelijk hoe het zit en of de uitspraak over jongens en meisjes opvattingen klopt.  S, die de uitspraak deed over jongen en meisjes  ziet hoe de echte verdeling van de meningen in elkaar zit bij bij de jongens en de meisjes en stelt haar conclusies bij en spreekt ze uit:

“niet alle jongens vinden het lollig als je broertje in de taart valt”

“4 jongens vinden het grappig”

“Niet  alle meisjes vinden het niet grappig” (een meisje blijft zitten en S probeert haar over te halen te kiezen voor niet-grappig)

“Eén meisje en één jongen vinden het 50% grappig/niet grappig”

Volgtijdelijkheid van dagen en verbindingen oefenen we met een kaartspel. Wat….als….dan. We oefenen betekenis, oorzakelijkheid en volgtijdelijkheid. Dat is nog heel moeilijk voor de kinderen om zich de dagen van de week zo in relatie’s voor te stellen.  We doen een spel met dagen-kaartjes waarbij de kinderen om de beurt een als………dan ……..logische verbinding mogen maken met een dag van de week.

Wat is je lievelingsdag?

“Vrijdag, want dan ga ik na school naar de bioscoop. Zaterdag, want dan speel ik met mijn vriendjes. Op woensdag ga ik naar de markt en koop ik lollies.”

Als ik maandag naar huis ga dan ga ik ook boodschappen doen. Als het dinsdag is dan ga ik vroeg naar school. Als ik zondag vrij ben dan ga ik schaatsen. Woensdag is geen leuke dag want dan hebben we maar een halve dag school. Dat vind ik niet leuk want ik wil graag veel leren. Ik wil dokter worden en thuis doe ik helemaal niets. Nee, de woensdag is wel een leuke dag, want dan kan je lekker sporten, en dansen en lekker niets doen.  Je kan ook huiswerk mee naar huis nemen op woensdagmiddag. 

We doen met een andere groep 4 een spel waarin de kinderen die de woensdag wel leuk vinden en de kinderen die de woensdag niet leuk vinden zich aan twee verschillende kanten van het lokaal opstellen. Om de beurt probeert een kind een ander kind aan de overkant met argumenten te overtuigen om een ander standpunt in te nemen en dus over te steken. Ondertussen lopen er kinderen van weerskanten over naar de andere kant, na het horen van nieuwe argumenten. Het wordt een dolle boel, maar steeds moet de verplaatsing worden uitgelegd.

Posted by | View Post | View Group
5 februari 2017 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Post navigation

← Older posts
Newer posts →
Website ontwikkeld door: PC Patrol