De haas in de maan

Filosoferen thuis

Voor kinderen vanaf 10 jaar een mooi, spannend en heftig verhaal om over te praten en na te denken. Het is een  Hindoe-legende. Het gaat over de haas die met pasen heel goed zichtbaar is in de maan. De maan is nu net vol geweest, maar je kan het nog goed zien. Moet je wel heel vroeg opstaan of heel laat naar bed gaan. Je kan het extra goed zien met een verrekijker!

Het gaat ook over gastvrijheid, vroomheid en zelfopoffering. En over wat zelf eigenlijk is.  Het zet je echt tot nadenken. Wat vind jij ervan? Zijn die hazen wel goed bezig? Doen die hazen wat ze echt willen? Ik ben benieuwd tot welke conclusie jij komt!

Luisteren

Luister eerst het verhaal één of meerdere keren! Aan het einde van het verhaal stel ik ook wat denkvragen:

 

Onderzoek

In het luisterstuk stel ik ook een paar vragen. Zelf ben ik altijd veel aan het denken (dat heb je als je filosoof bent!) En als ik het verhaal een paar keer luister merk ik dat ik steeds anders over het verhaal ga nadenken. Kijk jij eens of jou dat lukt?

Doe een onderzoek naar de vraag “Wat willen de hazen?”

Maak van alle drie de hazen een wensenlijstjes, zet erboven;

wensen van de bruine haas,

wensen van de gevlekte haas ,

wensen van de witte haas.

Schrijf op ieder lijstje de wensen van de hazen aan het begin van het verhaal en  als de maan op bezoek komt.

Wat wil de witte haas aan het einde van het verhaal?

Wat is zelfopoffering?

Wat heeft het met jezelf te maken?

Posted by | View Post | View Group

De wolf achter de struik

Filosoferen ouder en kind

filosoferen met kleuters

wolf en lammetje

Dit verhaal gaat over twee ondeugende lammetjes en een wolf die zegt dat hij een hond is. Met dit verhaal kan je samen met je kind nadenken over gehoorzaamheid, iemand geloven als hij iets zegt, hoe je eigenlijk iets te weten komt, hoe gevaarlijke dieren eruit zien en jonge dieren en nog veel meer..! Geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar!

Je kan het verhaal hier luisteren, het is vrij verteld naar een sprookje van Annie M.G. Schmidt uit dit boek:

Sprookjes van Annie M.G. Schmidt

 

Het verhaal is voor de kleintjes best een beetje spannend! Je kan eerst een spelletje doen om de spanning er af te halen:

Spelletje en liedje

Nodig: knuffel  Wolf (of iets dat daar op lijkt) en 4 (hand)doekjes om de wolf onder te verstoppen

zing het liedje eerst een paar keer;

Lammetjes klein, lammetjes klein..

Willen graag in het weitje zijn

Pas op voor het gevaar!

Want de boze wolf is daar.!

Speel het spelletje zo;  (lijkt een beetje op zakdoekjes leggen)

Leg de vier doeken verspreid door de ruimte (niet te ver uit elkaar). Verstop de wolf onder één van de doeken. Laat het kind rondlopen en zing tegelijkertijd het liedje. Elke keer als je zingt want de wolf is daar laat je het kind de wolf onder de doek vandaan halen.

Gesprek

Luister na het spelletje nog een keer het verhaal. Stel je vragen open, belangstellend en wacht rustig wat je kind allemaal te zeggen heeft. Geef zelf geen antwoorden. Maar vraag en…? Vertel eens? Hoe zit dat precies? Je mag je vragen rustig een paar keer herhalen.

De wolf en de lammetjes

  • Hoe heten de lammetjes?
    • Even een opfrissertje om aan te haken bij  het verhaal. Corrigeer niet als je kind niet precies de namen goed zegt, maar reageer belangstellend en nieuwsgierig.
  • Hoe weten de lammetjes wie er achter de struik staat?
  • Wist jij wat er onder de doek zat? Hoe wist jij dat?
  • Hoe kunnen de lammetjes weten of het de boze wolf is? Vertel eens…hoe dan?
  • Kan jij het verschil tussen een wolf en een hond zien? Leg eens uit hoe je dat kan?
  • Is de wolf lief? Ja/Nee? Waarom?
  • Zijn de lammetjes bang voor de wolf?

    de wolf en de lammetjes

  • Waarom zijn ze wel/niet bang van de wolf?
  • Is de wolf gevaarlijk? Is de hond gevaarlijk?
  • Naar wie moeten de lammetjes luisteren? Waarom?
  • Waarom krijgen de lammetjes straf? Helpt straf? Leg eens uit?
Posted by | View Post | View Group

gevangen?

Filosoferen thuis

Deze begeleiding voor een filosofisch onderzoek is voor oudere kinderen van de basisschool bovenbouw  of middelbare school. Je kan dit onderzoek zelfstandig  doen of  in gesprek met anderen, ouders, broers/zussen /vrienden etc .

Lees eerst onderstaande tekst door

Diogenes; Een verhaal

Volstrekte armoede 

De filosoof Diogenes leefde gedurende veel jaren in Athene. Hij verachtte rijkdom en wilde niets bezitten. Hij zei ” ik heb niets nodig” . Hij was tevreden met de allergrootste armoede. Hij was van mening dat hij maar een paar dingen echt nodig had: een doek om zijn lichaam te bedekken, een bord om te eten en een beker om te drinken. Toen hij een hond van de straat zag likken gooide hij zelfs zijn bord en beker weg “ik leef als een hond zei hij”. Hij had zelfs geen huis, maar woonde  zomer en winter in een ton.

Ontmoeting met Alexander 


Op een dag ontmoette Alexander, koning van de Macedoniërs, de vooraanstaande filosoof Diogenes. Hij zei: ‘Ik ben Alexander, de grote koning.’ ‘Ik ben Diogenes, de hond’ antwoordde Diogenes. ‘Waarom noem je jezelf een hond’ vroeg Alexander. ‘Omdat ik kwispel voor ieder die iets geeft aan mij, ik blaf naar hen die mij negeren en ik bijt hen als misdadigers.’ De koning die zijn vrijgevigheid wou tonen, zei tegen de filosoof: ‘Wens, O Diogenes, een geschenk! En dat wat je wenst zal ik, de koning van de Macedoniërs je geven.’ Juist op dat moment genoot de filosoof Diogenes, die voor zijn ton zat,  van de zon: ‘Ik wens, koning, dat je een beetje van de zon weggaat.’ Toen loofde Alexander de wijsheid van deze standvastige man. Er werd verteld dat Diogenes zijn leven had beëindigd 90 jaar oud door zijn adem in te houden. 

Onderzoek en vragen:

Let op; de onderstaande vragen zijn denkvragen en geen weet-vragen! Dus hoe meer je erover kan denken en zeggen, hoe beter!  Als je dit samen doet met anderen dan laat je elkaar uitpraten en vraagt door om uitleg; waarom denk jij dat? Let op het gebruik van denkwoorden bij de ander;

Bij denkvragen horen altijd denkwoorden (argumenten); want, omdat, ook, maar . etc..

Je kan het met elkaar eens of oneens zijn, dat kan je zeggen en uitleggen. Sterker nog als je het oneens bent met elkaar krijg je meer ideeen en argumenten dan als je het allemaal met elkaar eens bent. Je kan ook nog van mening veranderen, dat maakt je denkproces en dat van anderen ook erg interessant en boeiend!

Bespreek onderstaande vragen met anderen en verzamel zoveel mogelijk gedachten met argumenten, alles telt mee! Schrijf de gedachten op. 

  • Waarom zit Diogenes in de ton?
  • Zit Diogenes in een gevangenis? Waarom wel of niet? Leg uit met denkwoorden; argumenten.
  • Kan je jezelf in een gevangenis zetten? Waarom wel of niet? Verzamel argumenten hierover , hoe meer hoe beter!!!!

Opdracht:

  • vouw een A4 papier in 3 gelijke delen (kolommen) met vouwen in de korte richting, dus je A4 ligt horizontaal
  • Schrijf bovenaan ieder deel een woord ; vogelhuis, stal, bench:

    Tabel met kolommen

  • Beantwoord onderstaande vragen per foto en schrijf zoveel mogelijk redenen waarom het wel of niet een gevangenis is.

      Vogelhuis
  • Is het vogelhuis een gevangenis? Waarom denk je dat? Noem zoveel mogelijk redenen waarom (argumenten)
  • Zitten de koeien in een gevangenis? Waarom denk je dat? Noem zoveel mogelijk argumenten.
  • Zitten de Poezen in een gevangenis? Leg uit waarom wel of niet.

Vergelijk wat je hebt opgeschreven in de kolommen. Is het hetzelfde? Of zijn er verschillen?Waarom denk je dat er dezelfde of verschillende dingen staan?

 

 

 

 

 

  • Wie bepaalt of iets een gevangenis is? Leg uit, geef argument!

 

Posted by | View Post | View Group

De reis

Filosoferen ouder en kind : de reis

De reis, “bij Uil Thuis, Arnold Lobel

Weer een kort mooi verhaal uit de bundel van Arnold Lobel, “Bij Uil Thuis” (Ploegsma, 2016) Voor de allerkleinsten een prachtig verhaal, met hieronder boeiende en actuele vragen om met je kindje na te denken over reizen, afstand en familie .

Ook zit er een leuk spelletje bij om samen te doen of met een paar andere kindertjes thuis.

Muis gaat op reis naar zijn moeder,  hij begint in de auto, dan gaat hij verder op rolschaatsen, op laarzen, met schoenen en tenslotte op zijn blote voeten…totdat hij er is.

Luister hier het verhaaltje eerst helemaal!(kan ook meerdere keren :))

“Bij Uil Thuis” , Arnold Lobel, Ploegsma

Gesprek:

Wat deed de muis?

“Bij Uil thuis” De reis., Arnold Lobel

De reis, Bij Uil thuis, Arnold Lobel.

Laat je kindje eerst iets vertellen over wat het gehoord heeft. Luister goed , let op wat je opvalt, waar legt het kind het accent. Dat is interessant ook voor jou als ouder om te weten waarover je kind denkt en dus ook waarover het iets wil vertellen. Vraag rustig en begin met het vragen naar hele concrete dingen.  Wacht en laat je kind uitspreken en richt je niet op één antwoord. Probeer je te verplaatsen in het denken van je kind en volg zijn denkstappen, maar maak ze niet zelf! Dat is best moeilijk.  Verwelkom elke gedachte en vraag steeds nieuwsgierig en belangstellend en…? , hieronder zal ik per vraag wat denkstimulerende houdingen aangeven.

 

  • Wat wil de muis?
    • Laat je kind steeds zoveel mogelijk vertellen , dus niet een ding , maar meer dingen , je vraagt en… wat wil hij nog meer. Vaak beginnen de kinderen met denken als ze gaan praten dus dan komt er steeds wat nieuws bij.
  • Hoe gaat de muis naar zijn moeder? (zie boven, wees nieuwsgierig en neem de rust en de tijd.)
  • Wat heeft de muis nodig?
  • Van wie is  de auto?
    • Hier gaat het filosofisch gezien over eigendom; muis koopt de auto van iemand, dus hij is eerst niet van hem, daarna wel en daarna is hij kapot en dan… van wie is hij dan?
  • Van wie zijn de rolschaatsen? 
    • Zie boven
  • Van wie zijn de laarzen, de gymschoenen?
    • Zie boven
  • Van wie zijn de  de voeten?

    De reis, “bij Uil Thuis, Arnold Lobel

    • Hier wordt het anders; de voeten zijn eerst de eigen voeten van de muis, dan koopt hij nieuwe voeten en dan…. van wie zijn ze dan??
  • Wat heb jij nodig om op reis te gaan?
    • Hier kan je wat spullen en hulpmiddelen onderzoeken en over praten.
  • Kan je altijd op reis gaan? 
    • Hier kan je luisteren of je kind vertelt over hoe het nu is met de beperkingen die we nu maatschappelijk hebben vanwege het Corona-virus.Wellicht kan je heel speels een gesprekje aangaan waarin het kind vertelt hoe het denkt over de situatie nu; wat wel en niet mag of kan.

      De Reis, Bij Uil Thuis, Arnold Lobel

  • Wat heb jij nodig om op reis te gaan?

Spelletje:Waar ga jij naar toe met?

Zet  verschillende voorwerpen (schoenen, sokken,  slippers, rolschaatsen etc) neer en laat je kind steeds iets uitkiezen, benoemen wat het is en antwoord geven op de vraag “Waar ga jij naar toe met? En dan een reisje door de kamer maken! (of de tuin) Vraag door over wat er gebeurt; hoe, wat, waar, wat is makkelijk, snel, fijn ?

Tekenopdracht:  Teken iets waarmee je op reis gaat

je kan de bundel “bij Uil thuis” ook bestellen bij Leesvink

dit boek kan je bestellen bij Leesvink: https://shop.leesvink.nl/book/9789021679525-bij-uil-thuis.html

Posted by | View Post | View Group

Olifantenei

filosoferen met je hele lijf

De olifant die woord hield

Filosoferen thuis

Voor kinderen uit groep 4,5,6 om zelfstandig te doen (of met ouders) En voor jongere kinderen vanaf 5 jaar samen met ouders.

Met deze lesbrief kan je zelf een klein filosofisch onderzoek doen en een leuke creatieven opdracht uitwerken.

Het verhaal:

Vogel Wok heeft geen zin meer om langer op haar grote, gespikkelde ei te zitten en ze zoekt een vervanger, voor even….. De leeuwen bedanken voor de eer, maar de olifant is een goedzak en doet het. Heel voorzichtig klimt hij in de boom van vogel Wok en zet zich op het ei. Terwijl hij de vogel belooft het ei niet te verlaten. Vogel Wok komt niet  terug en de olifant wordt met boom en nest verhuisd naar de dierentuin, ver weg van Afrika. Dan komt het ei uit. Va wie is nu die baby?

Je kan het verhaal lezen in dit boek: Sprookjes van Anne M.G. Schmidt

Sprookjes van Annie M.G. Schmidt

Je kan het bestellen bij Leesvink

Je kan het verhaal ook  vrij verteld door mij  luisteren op deze opname:

Vragen over het verhaal:

  • Wat wil de vogel Wok? Wil de vogel maar één ding of verschillende dingen?
  • Maak een wensenlijstje van de vogel Wok; schrijf zoveel mogelijk wensen op van de vogel.
  • Wat doet de olifant?
  • Wat wil de olifant? Wat wil de olifant aan het begin van het verhaal? Wat wil de olifant aan het eind van het verhaal?
  • Maak ook een wensenlijstje van de olifant? Schrijf zoveel mogelijk wensen op.
  • Leg nu de lijstjes die je hebt gemaakt naast elkaar en vergelijk ze; Willen de olifant en de vogel Wok hetzelfde? Wanneer willen ze hetzelfde en wanneer niet? Waarom willen ze wel hetzelfde of niet hetzelfde?
  • Van wie is het ei? Waarom denk je dat?
  • Van wie is de baby? Waarom denk je dat?

    vogel Wok verlaat het nest; uit Sprookjes van Annie M.G. Schmidt. Querido

 

Tekenopdracht:

Kleurtjes en kleine witte papiertjes allemaal even groot  (ongeveer zo groot als een telefoon)

Teken op 2 verschillende papiertje; op het éne een ei en het andere een  dier wat daarbij hoort (het hoeft geen echt dier te zijn, het mag een fantasiedier zijn, dat is juist heel leuk) ; kies kleuren en vormen.

Je kan zo een heleboel setjes maken van dieren en hun ei. Als je met meer kinderen bent kan je allemaal setjes maken. Speel met deze setjes een memory-spelletje; Zet op de achterkant van  alle papiertjes waarop een ei getekend is een groot kruis. Daarna kan je alle papiertjes ondersteboven gehusseld neer leggen. Draai om de beurt 2 kaartjes om; een met een kruis op de achterkant en een zonder kruis. En leg steeds aan elkaar uit waarom het ei bij het dier hoor.

 

 

 

 

 

Posted by | View Post | View Group

Asklepios: Spelregels voor de dokter

Filosoferen thuis

Deze begeleiding voor een filosofisch onderzoek is voor oudere kinderen van de basisschool bovenbouw  of middelbare school. Je kan dit onderzoek zelfstandig  doen of  in gesprek met anderen, ouders, broers/zussen /vrienden etc 

Hier vertel ik het verhaal van Asklepios uit de Griekse Mythologie;

Zelf heb ik het gelezen in dit boek van Stephen Fry en vrij verteld in onderstaande tekst voor kinderen vanaf 10 jaar. Je kan het boek bestellen bij Leesvink

Lees of luister eerst het verhaal:

 

Onderzoek: Bedenk spelregels voor de dokter.

(Nodig: schrijfgerei, 2 grote vellen (a5))

Uitleg:  wat is de betekenis  van het woord “als”

Het woord als wordt gebruikt in een zin om een logische verbinding aan te geven. We noemen dit in de logica een ” conditie of voorwaarde”.

Je geeft hiermee dus een logische voorwaarde aan; net zoals bijvoorbeeld in de onderstaande zinnen

Ik ga naar buiten als……

  • ….het mooi weer 
  • ..er iemand buiten is om mee te spelen
  • …ik niet ziek ben
  • …ik mag van mijn moeder
  • …ik mijn schoenen kan vinden

mindmap

Maak 2 mind maps met de volgende 2 stellingen in het midden. Als je niet weet wat een mindamp is kan je dat opzoeken op internet) of kijk naar het voorbeeld hiernaast.

 

Verzin zoveel mogelijk verschillende manieren om onderstaande zinnen af te maken achter de puntjes met als 

De dokter moet iemand beter maken als…

De dokter moet niet iemand beter maken als…

Verdiepingsvragen:

Je kan verder met elkaar praten over de volgende vragen. Zoek zoveel mogelijk verschillende antwoorden en redenen.

Moet een dokter altijd iedereen beter maken? Wanneer wel en wanneer niet?

Bewonder je een dokter alleen als hij iemand beter maakt?

Ben je alleen dan schrijf je hierover een kort opstel van 10 zinnen.

 

 

 

Posted by | View Post | View Group

Tranenthee; filosoferen ouder en kind

Tranenthee, Bij Uil thuis, Arnold Lobel

Filosoferen ouder en kind

Weer zo’n mooi kort verhaal uit de bundel van Arnold Lobel “Bij Uil thuis”

dit boek kan je bestellen bij Leesvink: https://shop.leesvink.nl/book/9789021679525-bij-uil-thuis.html

Prachtige aanknopingspunten om met je kind samen na te denken over wat verdriet is, of je verdriet kan verzamelen, delen, proeven etc. Niet alleen voor hele jonge kinderen maar ook voor grote kinderen (en volwassenen) een mooi thema. In de vertelling hier richt ik mij op de jongere kinderen tot 7 jaar. Als je het verhaal zelf wil vertellen aan oudere kinderen kan je ook “in perspectief” vertellen; Je zegt dat je dit verhaal aan een jong kind vertelt en wat het oudere kind er van denkt. Ook dit kan heel stimulerend zijn voor een gesprek met een wat ouder kind over verdriet. Juist omdat het zo schijnbaar een beetje op afstand blijft.

Luister eerst het hele verhaal samen met je kind.

Vraag rustig en begin met het vragen naar hele concrete dingen. Luister goed naar wat je kind zegt, wacht en laat het uitspreken en richt je niet op één antwoord. Probeer je te verplaatsen in het denken van je kind en volg zijn denkstappen, maar maak ze niet zelf! Dat is best moeilijk.  Verwelkom elke gedachte en vraag steeds nieuwsgierig en belangstellend en…? , hieronder zal ik per vraag wat denkstimulerende houdingen aangeven.

Hoe maak jij tranenthee?

  • Wat doet Uil?
    • Wat doet hij nog meer? laat je kind kort een beetje vertellen over wat het gehoord heeft. Pak het plaatje erbij (zie boven) of het boek. Het gaat hier niet om dat het kind precies vertelt wat uil allemaal doet, maar meer dat je kind begint met over het verhaal te praten en te denken.
  • Waarom doet hij dat?
    • Waarom , wat denk je nog meer ….en…. Ik begrijp het zelf eigenlijk niet helemaal…!
  • Lust jij tranenthee? Ja/ nee Waarom wel niet? 
    • Of… wanneer wel en niet , geef eens een voorbeeld?
  • Hoe smaakt tranenthee? Is dat altijd zo?
    • Door te vragen naar een smaak, kan je kind verder associëren over wat je proeft, voelt.  laat het vooral zelf emoties noemen.
  • Kan je verdriet proeven?
  • Smaakt de thee van Uil verdrietig? Ja/nee Waarom?
  • Kunnen twee mensen dezelfde tranen hebben?
  • Kan je verdriet bij elkaar doen ( samenvoegen)? Wat gebeurt er dan?
  • Zitten er herinneringen in tranenthee?

Gedachten helpen bij het maken van de tranenthee.

Creatieve opdracht: teken iets waarvan jij tranen krijgt. Of Hoe maak jij tranen?

Voor uitgebreide achtergrond informatie kan je kijken op de pagina bovenaan Filosoferen ouder en kind

Posted by | View Post | View Group

Gulzige Geit

Het boek Gulzige Geit, Petr Horácek (Lemniscaat, 2017) is heel geschikt om met jonge kinderen (kleuters) te filosoferen over eten en  over de invloed van eten op hoe je er uit ziet en hoe je je voelt, over wat je wel of niet mag of kan eten en  het verschil tussen mensen en dieren. En dingen kunnen leren of al weten. Hier heb je een handleiding om het filosofisch gesprek rondom deze onderwerpen te starten.

Het verhaal: vertraag je tempo en herhaal!

Als start van de les vertel ik het verhaal van de Gulzige Geit. Ik gebruik de plaatje uit het boek , maar vertel het verhaal uit mijn hoofd om het levendiger te maken.  Je kan er ook natuurlijk voor kiezen om het voor te lezen. Neem daarvoor de tijd  en herhaal soms zinnen uit het verhaal. Kinderen hebben het filosofische gesprek  tijd nodig om zelf na te gaan denken over wat je vertelt of voorleest. Het verhaal is vooral een stimulans voor hun associatief, creatief en onderzoekend denken.

Het filosofisch gesprek is in veel opzichten  tegenovergesteld aan een onderwijsleergesprek. Als begeleider ben je niet gefocust op “het goede antwoord”. Je vraagt niet naar het verhaal in feiten en kennis.  Dat maakt het ook vaak ingewikkelder omdat je van te voren  niet weet wat er gezegd gaat worden. Luisteren is voor de begeleider van een filosofisch gesprek extra belangrijk. En je moet steeds improviseren met je vraagstelling op wat er uit de kinderen zelf komt.  Laat gerust stiltes vallen en kijk goed om je heen naar de kinderen wat hun lichaamstaal is waaruit hun betrokkenheid en denklevendigheid  zichtbaar wordt.

Maak tastbaar en zichtbaar.

Voor de tastbaarheid neem ik materialen mee; een knuffeldier uit het verhaal, bv. een  knuffelgeit en een bak met verschillende soorten fruit en groenten etc. Ook kan je juist dingen meenemen die wellicht niet te eten zijn zodat de kleuters kunnen sorteren(zie verder hieronder)

Zoek aansluiting bij de kleuters

Ik vertel het verhaal in stappen. Afhankelijk van de reactie’s van de kleuters stop  ik  het verhaal regelmatig en stel een vraag of reageer op de reacties  van de kinderen. Ik kan het zien (en horen) als ze aan het denken slaan! Hierdoor kan het gesprek  in veel verschillende richtingen gaan. Ik stuur zo weinig mogelijk in een specifieke richting. Het vertellen van het hèle verhaal is niet een doel op zichzelf. Ik luister goed naar uitspraken (beweringen ) van de kinderen en vraag daarover door. (zie hieronder). Laat je niet verleiden door feiten te vragen en “goede antwoorden” te benadrukken en te belonen met complimenten. Dit gesprek gaat niet over kennis en weten, maar over denken.

Stel open vragen; waarom? Hoe komt het dat? Hoe ziet het eruit? Heb jij dat ook? Schroom niet om zo’n vraag ook meerdere malen te herhalen. Soms zeggen de kinderen “Waarom vraagt u steeds hetzelfde?” dat zeg ik “ja , er komt ook steeds  weer een ander antwoord, luister maar”

Herkennen van filosofisch perspectieven en denkstappen

Het doorvragen hangt nauw samen met het herkennen van filosofische perspectieven. heeft een uitspraak van een kind betrekking op  bijvoorbeeld een van de volgende soort vragen?

Ethische (mag het/ moet het ?)

Sociaal/maatschappelijk; Vrijheid en autonomie (mag je zelf kiezen..?

Esthetisch (hoe ziet het eruit, hoe voelt het?)

Causaal/ historisch (hoe komt het dat?)

Pragmatisch (hoe werkt het?)

Ontologisch (wat is…een mens, dier etc?

Wees uiterst gespitst op woorden die verbindingen maken in het denken; want, als, dus, maar,  omdat,als, dan etc . Ook zijn woorden als Altijd, nooit, mag niet, kan niet, moet ingangen om door te vragen.  Hier komen de interessante beweringen van de kinderen naar voren.

Leren uit ervaring; begin klein!

Dit boek “Gulzige Geit”  heb ik in al meer dan  20 kleuterlessen gebruikt om te filosoferen en elke keer verloopt het anders. Het is maar net waar de kleuters in hun hoofden mee bezig zijn, wat ze meemaken thuis of op school etc.

Hieronder neem ik je mee in het verhaal en geef aan bij welke afbeelding en tekst uit het boek  je een denkvraag kan stellen en hoe je  kan doorvragen. Steeds geef ik daarbij ook fragmenten aan uit de gesprekken met de kleuters.

 

De geit heeft genoeg van het eten van gras ze wilde iets nieuws proberen.

Moet je altijd hetzelfde eten?

Uit “Gulzige Geit” Lemniscaat

“Nee, als je zin hebt in iets anders, kan je het vragen aan je moeder. Soms mag het niet, want dan is het niet goed voor je. Ik moet wel altijd groenten eten. Een Geit , moet gras eten, anders wordt hij ziek. “

Mag jij zelf kiezen wat je eet?

Ik mag altijd iets kiezen, maar ik eet wel gezond, want ik ben nooit ziek. Nee, ik mag niet kiezen, omdat ik gezonde dingen moet eten”. Als het feest is mag ik zelf kiezen. Als ik jarig ben mag ik kiezen. Mijn moeder zegt wat ik moet eten”

Welke dingen moet jij altijd eten? Is dat bij iedereen hetzelfde? Ik ga de kring rond en verzamel verschillende antwoorden, ik onthoud ze en noem de verschillen op; 

“Jeane moet altijd brood eten en Maartje moet altijd fruit eten. “

“Maar iedereen moet altijd fruit eten, zegt mijn moeder” Brood hoeft niet altijd, want ik heb geen brood bij mij in mijn trommel maar een pannenkoek”

En de geit, moet die fruit eten? ..

“De Geit mag zelf kiezen, hij moet ook fruit eten. Nee, hij kiest het niet, want hij weet het niet, hij kan niet kiezen.., dat moeten de mensen doen, dieren kunnen niet zelf kiezen”

De Geit probeert de brokjes van de hond, likt de melk van de poes en kauwt op de schillen van het varken

Gulzige Geit Lemniscaat

De dieren zien het niet; de Hond slaapt, de poes slaapt en het varken slaapt.

Ik doe met de kleuters even een spelletje met geluiden; welk geluid maakt de geit als hij de brokjes eet, de melk likt en de schillen kauwt?

Mag de Geit het eten van de hond, de poes en het varken eten?

“Nee, want dat is niet van hem, het is van de hond. Nee hij mag het niet want anders wordt hij ziek. Het geeft niet want de poes ziet het niet, en de hond ook niet en het varken slaap. Je mag altijd wel iets proeven van iemand anders, als je maar niet alles opeet. Nee het mag niet, want dan eet de geit veel te veel”

Ook een mogelijkheid voor een weer heel ander gesprek hier is of je iets mag als niemand het ziet. In deze les heb ik dat niet gedaan , maar je kan hier rustig ook verder over doorvragen.

(Mag de Geit het eten van de hond opeten als hij niet kijkt? Ja/nee? waarom wel/niet? Deze vraag sluit goed aan op het denken van het jonge kind over waarneming en zijn; als je iet niet ziet , dan is het er niet?? )

 

Daarna eet de geit de bloemen van de boerin. 

Gulzige Geit, Lemniscaat

Mag de geit de bloemen van de boerin eten?

Ik stel hier eigenlijk dezelfde vraag als hierboven , maar de omstandigheden zijn aan het veranderen!. Je zou kunnen zeggen “de spanning loopt op”; er zit een gradatie in het verhaal. Het begint gewoon en het wordt steeds gekker.  Er is nu een ander soort eigenaar in het spel ;  de eigenaar is nu een mens en niet meer een dier. Is er sprak van gezagsverhoudingen? Ook  het voedsel is anders; we kunnen ons hier af gaan vragen of het nog wel voedsel is. Dat is het leuke van dit verhaal. Ik ben heel alert op deze subtiele verandering  want  de kleuters reageren anders op deze nieuwe situatie. Nu is het eten niet meer van een ander dier maar van een mens en het is ook nog maar de vraag of je bloemen kan eten. Dus hier zijn nieuwe denkstimulansen in het verhaal  gebracht. Dus mijn doorvraag vragen ga ik in het gesprek ook opzoek naar nieuwe gedachten en gaat het gesprek een andere kant op. Ook let ik steeds om de denkwoorden; als , dan, omdat etc.

“Nee dat mag niet , want ze staan in de vaas, ze zijn van de boerin.”

Als de bloemen niet in de vaas staan , mag hij ze dan wèl eten?

“Ja, als ze in de tuin staan , mag het wel. Nee, er moet een hek omheen staan, want dan kan de geit er niet bij. Je moet er dan een hek omheen zetten, een hoog hek!”

Nee, hij mag ze nooit  eten want ze zijn niet goed voor hem.

Weet de geit dat hij de bloemen niet mag eten?

De geit weet het niet , dat hij de bloemen niet mag eten, want hij kan niet praten. Hij kan niet praten want hij is geen mens. 

Die avond at de geit de onderbroek van de boer

En toen gebeurde er iets met die geit.

De Geit werd groen en geel en blauw “gulzige Geit,Lemniscaat

De Geit veranderde van kleur; Groen , geen en blauw…

Hoe komt het dat de geit groen, geel en bauw wordt?

Hier ga ik op zoek naar het denken over oorzakelijke verbanden. De vraag “Hoe komt het dat?” stel ik  een aantal  keer weer, om  verdieping in het gesprek en het denken van de kinderen te stimuleren.

Eerst noemen de kleuters  directe oorzakelijke verbanden, na verder doorvragen worden er veel ingewikkelde oorzakelijke verbanden genoemd, die getuigen van het nadenken van de kinderen waarin ze relaties, associaties en argumenten geven.

“De Geit wordt geel van de onderbroek van de boer. De geit heeft veel kleuren opgegeten. Het zijn kleuren van een ziekte, het zijn zieke kleuren, dus de geit is ziek; als je ziek bent dan krijg je zulke kleuren. De geit eet de stof op en de broek is genaaid in de fabriek en daar zit nog een naald in en daarvan wordt hij ziek. De naald prikt in zijn buik. Hij heeft te veel van alles door elkaar gegeten, daardoor komt het.  Het komt omdat hij steeds andere kleuren  heeft gegeten. Misschien heeft hij ook wel kleurpotloden opgegeten Het is niet goed om een onderbroek of een sok op te eten, want dat is geen eten. nee , het is niet gezond, de geit moet eten voor een geit eten.  De geit weet niet wat goed voor hem is, dat moeten de mensen zeggen, maar die zijn niet in de buurt. Mensen moeten het afpakken, of hem voeren.”

(De kleuters maken in hun denkproces hier een stap  naar verantwoordelijkheid, schuld, menszijn en zorg. (zie ook boven)

Ik breng het gesprek nu tenslotte naar hun eigen directe omgeving en wil afronden met een spelletje.

Wat eet jij? 

Tomaten, appels, groeten, brood…

Word jij rood als je tomaat eet?  “Alleen als je er te veel van eet. Nee, dat gebeurt niet want het is gezond. Fruit is gezond, mijn moeder geeft mij fruit, dus het is gezond….

Dan doen we het spelletje; we sorteren dingen die je wel of niet kan eten.

Wat kan je wel/niet eten? zeg steeds waarom niet

je kan geen spijkers eten, want die prikken in je buik.

Je kan niet veel snoep eten , want dat is niet gezond, dat mag niet van mama.

Je kan niet een appel eten als je geen tanden hebt…

Je kan dit spelletje ook doen met voorwerpen in de kring, eetbaar en oneetbaar, alles door elkaar . Zet dan twee grote manden neer waarin de kinderen om de beurt iets kunnen doen.

etc….

 

 

 

Posted by | View Post | View Group

Gevangenis

Naar aanleiding van het bezoek van Amnesty international op de school waar ik filosofeer met groepen 7 en de dag van de mensenrechten op 10 december maak ik deze filosofieles over gevangenis.

De vrije denkruimte in de groep creëer ik door te beginnen met een verhaal waarmee je veel kanten op kan, waardoor het associatievermogen en de creatieve denkprocessen  van de leerlingen op gang komen en waarbij vooral niet direct allerlei “sociaal wenselijke” antwoorden opgeroepen worden.

Diogenes; Een verhaal

Volstrekte armoede 

De filosoof Diogenes leefde gedurende veel jaren in Athene. Hij verachte rijkdom en wilde niets bezitten. Hij zei ” ik heb niets nodig” Hij was tevreden met de allergrootste armoede. Hij was van mening dat hij alleen een doek om zijn lichaam te bedekken, een bord om te eten en een beker om te drinken nodig had. Toen hij een hond van de straat zag likken gooide hij zelfs zijn bord en beker weg”ik leef als een hond zei hij”. Hij had zelfs geen huis, maar woonde  zomer en winter in een ton.

Ontmoeting met Alexander 


Op een dag ontmoette Alexander, koning van de Macedoniërs, die met veel reisgezellen in de stad was gekomen, de vooraanstaande filosoof Diogenes. Hij zei: ‘Ik ben Alexander, de grote koning.’ ‘Ik ben Diogenes, de hond’ antwoordde Diogenes. ‘Waarom noem je jezelf een hond’ vroeg de Macedoniër. ‘Omdat ik kwispel voor ieder die iets rijkelijks schenkt aan mij, ik blaf naar hen die mij echter negeren en ik bijt hen als misdadigers.’ De koning die zijn vrijgevigheid wou tonen, zei tegen de filosoof: ‘Wens, O Diogenes, een geschenk! En dat wat je wenst zal de koning van de Macedoniërs je geven.’ Toen genoot de filosoof die voor zijn ton zat van de zon: ‘Ik wens, koning, dat je een beetje van de zon weggaat.’ Toen loofde Alexander de wijsheid van de standvastige man. Er werd verteld dat Diogenes zijn leven had beëindigd 90 jaar oud door zijn adem in te houden. 

Opdracht

Vragen

Let op; de onderstaande vragen zijn denkvragen en geen weet-vragen!

Bij denkvragen horen altijd argumenten; want, omdat, ook, maar . etc..

Bij denk vragen gelden nog meer regels;

wie het weet mag het niet zeggen , wie denkt mag het vertellen met altijd een argument!! Hoe meer hoe beter!

Bespreek onderstaande vragen in je groepje en verzamel zoveel mogelijk gedachten met argumenten, alles telt mee! Schrijf ze op je papier van de groep.

  1. Waarom zit Diogenes in de ton?
  2. Zit Diogenes in een gevangenis? Waarom wel of niet? Leg uit met denkwoorden; argumenten
  3. Kan je jezelf in een gevangenis zetten? Waarom wel of niet? Verzamel argumenten uit je groepje, hoe meer hoe beter!!!!

    pieter konijn kleurplaat Model Kleurplaat Konijn In Hok ARCHIDEV

  4. Zit het konijn op de tekening in een gevangenis?
  5. Wie bepaalt of iets een gevangenis is? Leg uit, geef argument!

 

Posted by | View Post | View Group