
Roodkapje in de klas

Kleuters filosoferen over lekker en vies, uitstel van behoefte, moeten en mogen en…. hulp aan een verdronken wolf. En veel praktische oplossingen!
Er staat een veldboeket in de kring en alweer zit er een wolf bij.
Ik vertel het verhaal van Roodkapje. Over de wolf die in een keer grootmoeder doorslikt, grootmoeder die gevangen zit in de buik van de wolf waar het donker is en het stinkt, waar Roodkapje zomaar bovenop haar valt en……. waar het ineens weer licht wordt.
Waarom heet Roodkapje Roodkapje?
“Roodkapje heet Roodkapje omdat ze een mooi jasje heeft. Omdat de jas rood is. Omdat ze het voor haar verjaardag heeft gekregen.”
Wie is het eerste bij Oma; de wolf of Roodkapje?
“De wolf want wolven zijn sterker en hebben sterke tanden. De wolf is een dier dus hij kan harder lopen. De wolf heeft veel energie en hij was goed uitgerust. De wolf eet veel mensen , daarom kan hij snel rennen. Met de stenen in zijn buik kan de wolf niet meer hard rennen.”
Wie vindt de wolf het lekkerst Roodkapje of oma?
“De wolf vindt Roodkapje lekker, omdat hij gaat kwijlen. De wolf vond allebei lekker. De wolf zei “hmmmm, Roodkapje ziet er lekker uit” , dus hij vindt Roodkapje lekkerder dan Oma. Ja, omdat hij het zelf zei. De wolf vindt Oma het lekkerst, omdat hij haar als eerste heeft opgegeten. De wolf vindt Roodkapje het lekkerst omdat ze helemaal rood is. En de wolf zei dat. Bloed is ook rood en dat lust de wolf. De wolf ging naar Roodkapje kijken en zachtjes huilen, omdat hij trek in haar had. Hij vindt oma lekkerder, want ze zij geen “ieuwwwwh” . Het is gewoon het verhaal dus het is zo. Hij vindt Oma het lekkers , want hij eet haar het eerst op. Oma had kip gegeten en bloed en dat wil de wolf ook.”
Waarom eet de wolf eerst oma op als hij Roodkapje het lekkerst vindt?
“Hij eet eerst Oma op omdat hij Roodkapje op wil eten. Dan heeft hij geen last van Oma.”
Eet je altijd eerst het lekkerste op?
“Ik moet thuis eerst vieze dingen eten en dan lekkers. “
Wat vind je lekker en wat vies eten?
“Aardappels zijn vies. En een kroket is ook vies en vis. Aardbeien vind ik lekker en peer minder.”
Is de jager bang voor de wolf?
“Nee, want hij heeft een geweer. Nee want hij is slim. Nee want de wolf slaapt.”
Wat gebeurt er met de wolf?
“Hij krijgt stenen in zijn buik. Dan kan hij niet meer hard rennen. Alles wat zwaar is zinkt. Als de wolf in een boot klimt dan kan hij drijven. Dan moet de boot wel onder water zijn , want de wolf ligt onderin het water. Een onderzee boot. Maar die gaat de wolf echt niet mee nemen.”

Roodkapje plukt bloemen
Ter afsluiting doen we het roodkapjes spelletje. Roodkapje gaat naar de gang. De kleuters mogen een bloem kiezen uit het boeket en verspreiden zich als “boom” door het lokaal. De wolf zit verstopt achter een boom. Als Roodkapje terugkomt mag ze bloemen plukken totdat ze de wolf tegenkomt en dan …rennen naar je stoel!
Met de kleuters nadenken over stevige huisjes, materialen, uitstellen van behoefte, Samenwerken en samenleven, wegwerken van ongemak en bedreiging en bezwering van “het kwaad”. Wat eet jij eigenlijk en hoe werkt het?
Ik leg een bos stro, takjes drie biggetjes een wolf en wat blokken in de kring en ik heb een koffertje meegenomen met diverse bouwmaterialen. De kleuters komen binnen en gaan zitten in de kring. Zoals altijd worden ze nieuwsgierig. Het stro vinden ze heel spannend.
Wat gebeurt er met de Wolf?
Als de biggetjes de wolf hebben gegeten waar is de wolf dan?
Mijn koffertje met materialen gaat open en ik vraag de kinderen of je er een huisje mee kan bouwen.
Met groep 4 en 5 filosoferen we over kijken, eten en proeven, over ” hoort zegt het voort en via via” en over niet kunnen stoppen.


Na het bezoek aan de kunsthal over Hyperrealisme filosoferen we met groep 5 door over echt en nep, over lijntje of niet, over iets lekkers zien of proeven, dromen en “reality-checkt”
“Als ik geen honger heb en ik kijk naar het schilderij dan krijg ik honger. De schilder heeft het ei geschilderd omdat hij honger had. Je denkt erover na en daarna droom je erover. Dan schilder je het illusie. Je kan er uren naar kijken maar het is wel jammer als je het niet hebt. Deze maand is het ramadan want je hebt er geen zin in , daarom moet je er niet lang naar kijken, ook als je 18-19 uur niet gaat eten.
Omdat het zo echt lijkt kan ik er heel lang naar kijken. Dan droom je dat het allemaal mooie lichtjes zijn in de stad en dat het warm is. Je droomt en dan word je wakker en dan is het nep, maar dan weet je het niet meer.”
Na de vorige les over Jip en Janneke die sneeuwwitje spelen filosoferen de kleuters door over Sneeuwwitje. Over beloftes, plichten, verplichtingen, trouw en zorgen. Over “voor wat hoort wat”. Over geluk en over rood worden van boosheid…..Over mannen die niet zonder vrouwen kunnen?



Met groep 3 filosofen we over toverboeken, toverkracht, het bezitten van toverkracht of het je toe-eigenen, het overdragen, leren, verwerven of er gewoon mee geboren worden. Over de magische krachten van taal.
Kan je toveren zonder stem?
Met groep 4 filosoferen we over iets weggeven of verkopen, over iets doen wat een ander niet wil, over er gek uit zien en er goed uit zien en wat anderen daarvan vinden. Over sorry zeggen en echt spijt hebben.
Waarom moet Kermit een pruik?










