Ik vertel het verhaal van Kikker & Pad over de knoop in groep 3. Pad verliest een knoop. anderen geven hem een knoop , maar dat is niet zijn knoop. Hij stopt ze allemaal in zijn zak. Over essentie, kenmerken, functionaliteit en verzamelingen. Over verschillen en overeenkomsten. over visualisatie door de hele groep van waarnemingen.
Wat is een knoop?
“Die zit aan een broek of een jas. Er zitten gaatjes in , 2 of 4 gaatjes. Kijk eens naar jouw kleren en die van je buurman/vrouw? Wat heb jij voor een knoop? Het is een roze knoop, hij is dun en roze. Hij heeft geen gaatjes.”
Bestaat dat wel een knoop zonder gaatjes?
“Ja, want het is ook een knoop, hij zit vast an mijn broek. Hoe zit hij vast aan jouw broek? Aan draden..Knopen zijn rond.
Er staat een trommeltje in de kring , het rammelt. Wat zit er in ? knopen! Wie denkt dat er knopen in zitten. Alle kinderen steken hun vinger op.”
Dan maak ik het doosje open; iedereen krijgt “iets” uit het doosje”
We nemen de tijd om bij elkaar te kijken wat iedereen heeft. Wie denkt er nu dat er knopen in de doos zitten? Vingers.Wie niet Vingers. er zijn 9 ll-en die nu denken dat er geen knopen in de doos zitten. Ze laten zien wat ze in hun hand hebben en vertellen waarom ze dat denken. er volgt een interessant gesprek.
Zijn knopen altijd rond? Nee, dit is rond, maar geen knoop , het is een ring met een groot gat, dit is gewoon om iets vast te maken. Het is een ring. Een ring is geen knoop, het ziet er niet uit als een knoop. Er zitten wel knopen in de trommel, maar het ziet er niet uit alsof het knopen zijn. Denk jij dat dit een knoop is. Ja, want er zit een klein gaatje in. Deze knopen zijn mooier dan die andere.”
Heeft Pad een verzameling?
“Ja hij heeft knopen in zijn zak. 5 knopen. Is dat een verzameling? Als je iets verzamelt moet het dan altijd mooi zijn? Als het geen mooi dingen zijn dan maakt het niets uit, eigenlijk. Dat mag je zelf kiezen of je het mooi vindt of niet. “
“Heb jij een verzameling?” Hierover gaan we de volgende les verder en bereiden we ons bezoek voor aan het museum.





We kijken een filmpje van Keepvogel waarin Tungsten niet weet wat hij moet aantrekken.
Dit keer kijken we naar een aantal commercials waarin kinderen figureren; pindakaas en voetbal, een wasmiddel met dansenden beren met kinderen, hagelslag die uit de hemel valt en een kat die vraagt om zijn eigen merk eten.
” Ik zag een jongen die stiekem pindakaas ging eten. Hij wilde graag op voetbal , maar hij was te jong, toen schoot hij de bal. Ze maken reclame omdat ze veel geld krijgen voor pindakaas. 
onzeker. Hij wilde het doen maar hij twijfelde. Boos is als je niet wil maar het toch doet. Iemand zei “niet klimmen” Wie zei dat. De schildpad ofzo… Nee! Hij zei het zelf, tegen zichzelf. Ik denk dat die olifant pijn heeft in zijn hart. Hij heeft zichzelf pijn gedaan. Dan ben je dom. En hij praat tegen zichzelf. Dus hij heeft geen vrienden. Hij is de enige in het verhaal dus hij moet wel tegen zichzelf praten.”


