Menu

Skip to content
  • Filosofie in het alledaagse
  • Filosoferen met kinderen
  • Filosoferen ouder en kind
  • Filosoferen thuis
  • Wat is er anders aan een filosofieles?
  • Filosoferen met kleuters
  • Trainingen filosoferen met kinderen op de basisschool
  • Ontwikkeling filosofieonderwijs
  • BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK
  • Karin Glaubitz
  • Contact
  • Actueel
Geen activiteiten om weer te geven

Openingstijden

Het atelier is geopend op afspraak

Volg ons op:

Author Archives

karin

Knoop

Ik vertel het verhaal van Kikker & Pad over de knoop in groep 3. Pad verliest een knoop. anderen geven hem een knoop , maar dat is niet zijn knoop. Hij stopt ze allemaal in zijn zak. Over essentie, kenmerken, functionaliteit en verzamelingen. Over verschillen en overeenkomsten. over visualisatie door de hele  groep van waarnemingen.

Wat is een knoop?

“Die zit aan een broek of een jas. Er zitten gaatjes in , 2 of 4 gaatjes. Kijk eens naar jouw kleren en die van je buurman/vrouw? Wat heb jij voor een knoop? Het is een roze knoop, hij is dun en roze. Hij heeft geen gaatjes.” 

Bestaat dat wel een knoop zonder gaatjes?

“Ja, want het is ook een knoop, hij zit vast an mijn broek. Hoe zit hij vast aan jouw broek? Aan draden..Knopen zijn rond.

Er staat een trommeltje in de kring , het rammelt. Wat zit er in ? knopen! Wie denkt dat er knopen in zitten. Alle kinderen steken hun vinger op.”

Dan maak ik het doosje open; iedereen krijgt “iets” uit het doosje”

We nemen de tijd om bij elkaar te kijken wat iedereen heeft. Wie denkt er nu dat er knopen in de doos zitten? Vingers.Wie niet Vingers. er zijn 9 ll-en die nu denken dat er geen knopen in de doos zitten. Ze laten zien wat ze in hun hand hebben en vertellen waarom ze dat denken. er volgt een interessant gesprek. 

Zijn knopen altijd rond? Nee, dit is rond, maar geen knoop , het is een ring met een groot gat, dit is gewoon om iets vast te maken.  Het is een ring. Een ring is geen knoop, het ziet er niet uit als een knoop. Er zitten wel knopen in de trommel, maar het ziet er niet uit alsof het knopen zijn. Denk jij dat dit een knoop is. Ja, want er zit een klein gaatje in. Deze knopen zijn mooier dan die andere.”

Heeft Pad een verzameling?

“Ja hij heeft knopen in zijn zak. 5 knopen. Is dat een verzameling? Als je iets verzamelt moet het dan altijd mooi zijn? Als het geen mooi dingen zijn dan maakt het niets uit, eigenlijk.  Dat mag je zelf kiezen of je het mooi vindt of niet. “

“Heb jij een verzameling?” Hierover gaan we de volgende les verder en bereiden we ons bezoek voor aan het museum.

Posted by | View Post | View Group
20 mei 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

met gevoel

Aan de hand van een klassieker “Roel-Met-Gevoel” Van onze Annie M.G. filosoferen groep 5 over gevoel, wanneer moet je huilen om iets dat een ander heeft. Over lief zin, verstandig zijn of verdrietig, over empathie, inleving en eigen verdriet.  Het verhaal is lang , de kinderen luisteren “ademloos”, daarna willen de kinderen vooral met elkaar onderling praten, het filosoferen is daarom maar kort. In de andere groep begin ik met een oefening en lees daarna het verhaal.

“Ik vind het wel knap, dat de koning opeens alles had veranderd en toen weer teruggedraaid.  Hoe heet de koning? eerst heet hij “Roel-met-gevoel” Daarna “Roel -met- en- Doel. Hoe kwam dat dat hij veranderde? Ik vind het heel knap dat hij zoveel gevoel had. Vind jij dat ook knap? Nee! Want hij ging de hele tijd huilen. Ik vind het goed.  vind jij dat ook goed? Ja, want hij deed wat hij moest doen. Toen hij zo huilerig was, deed hij toen ook het goede? Nee, want hij bevrijdde de boeren. Is huilen goed? Soms, want dan moet je huilen van blijheid.

De kinderen doen een draaipraatje; de aanleiding om te huilen is meestal een dood of ziek dier…

Posted by | View Post | View Group
20 mei 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

De koning zonder onderdanen

Ter ere van koningsdag vertel ik een verhaal over een koning die helemaal alleen is, hij gaat op zoek naar onderdanen. Dan staat er ineens een kat voor de deur. De koning verwacht eindelijk een onderdaan “Ik ben de koning” zegt de koning. “Ik ben een tijger” zegt de kat. Dan draaien de rollen om .

Groep 3, 4 en 5 filosoferen over rollen, verhoudingen, relaties, over voorwaarden om iets te zijn. Over meester en knecht dialectiek en existentiële kwesties.

Waarom wil de koning onderdanen?

“Hij wilde slaafjes en bedienden. Hoe noemen ze dat? Is een onderdaan een slaaf? Was de poes de onderdaan? Nee, de koning was de bediende van de poes. Was de koning dan nog koning? . Jawel, maar niet de echte koning.  Als je een bordje hebt met ” Ik ben de koning” ben je dan de koning?  Als niemand de koning is , dan mag je de koning zijn.  Dan ben je de koning van het land. “

Als je alleen bent kan je dan koning zijn?

“Je moet er als een koning bij staan en je moet gasten uitnodigen en met een poster aankondigen dat je een koning bent. En je moet ook een voorstelling geven. Je hoeft niet perse een vrouw te hebben, want je wordt als koning geboren.  Je kan geen koning zijn als je geen mensen hebt. De koning liegt want hij heeft geen onderdanen en hij zegt dat hij koning is. En de poes liegt, want hij noemt zichzelf een tijger.  Nee, de koning liegt niet want hij is koning.  Als de kat weet dat hij koning is dan is hij de koning.  Een onderdaan is het hulpje van de koning..Als je koning bent en je hebt al 15 jaar niemand meer gehad, dan ben je vergeten dat je koning was”

 

Verwerkingsopdrachten;

Koninklijk achter je stoel staan met de hele kring (oefening met de bel) .

Koninklijk de koek uitdelen.

Groep 5: Twee leerlingen regisseren om beurten de theateropstelling maken en weer omzetten naar kring .

De klas kijkt naar de manier waarop deze twee ll het doen. Zijn er onderdanen?  Wie deed het koninklijk? De een gaf een bevel en de ander vroeg het…

Posted by | View Post | View Group
11 mei 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Geweten

Nogmaals lees ik het verhaal voor van de olifant die boos is van Toon Tellegen. De kinderen “protesteren” omdat ik het verhaal voor de 2e keer lees. Eenmaal aan de slag geeft het een verdere verdieping in het gesprek en het filosoferen over emoties en gevoelens  (zie https://www.atelierhetnarrenschip.nl/gevoel/) er is verdieping over boos zijn op jezelf, frustratie, geweten, mens zijn en gehoorzaamheid.

Kan je boos zijn op jezelf?

“Ja, als je iets niet wil en je doet het gewoon. Ja, als je geweten zegt “ik doe het niet” Ben jij je geweten? Nee, je geweten , dat zijn je gedachten. Ben je je gedachten? Nee, iedereen heeft een geweten. Is dat hetzelfde als gedachten? Dat is een twijfel: Heb ik hetzelfde geweten als jij. Nee , we zijn toch verschillende soorten. Iedereen heeft een ander geweten. Ik kan gewoon aan iets denken en iemand anders aan iets anders. Je geweten is anders door ervaringen die je hebt. Als ik denk ik ga jou een klap geven, zeg jij daar iets van? Ja! Verandert mijn geweten dan?  Misschien, maar sommige mensen zijn gewoon raar. Het is wel anders, maar wij zijn geen ander soort. We zijn wel allemaal mensen. I. was boos op zichzelf en op andere mensen.  Hoe ziet het eruit als je boos bent op jezelf? Moet je altijd doen wat je zelf zegt?  Nee, niet als je iemand anders pijn doet. Dan krijg je problemen. Als je boos bent op jezelf , heeft dan dan met je geweten te maken? Een beetje.

Kan je het met jezelf oneens zijn?

“Soms ben je niet dom maar je doet dom. Je kan jezelf tegenhouden als je iemand een klap wil geven. Komt dat door je geweten? Ja, als je geen geweten hebt dan doe je daar niets van, dan krijg je huisarrest. Als de juf een klap geeft dan gaat iemand een straf opleggen, een  oud mens of zo. “

We sluiten af met een draaipraatje over emotie-plaatjes op kaartjes:

“Wat maakt jou vrolijk? Als je tevreden bent. Verveel je je vaak? Ben je weleens verlegen. Wat is je droom; Ik dagdroom vaak. Waar heb je spijt van; als ik iets ergs doe naar mijn moeder. Waar maak jejej zorgen over? “

 

Posted by | View Post | View Group
22 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Regisseur

Om de orde en de veiligheid van de leeromgeving te waarborgen is “regie” een belangrijk aandachtspunt in de filosofieles. Ik volgde een training bij Peter Teitler om me hierin verder te bekwamen. In de filosofieles kan alles onderwerp van onderzoek zijn, ook dingen of gebeurtenissen die toevallig voorbij komen in de klas.

Aan het einde van het schooljaar zijn de leerlingen helemaal gewend aan mijn manier van regie voeren in de filosofieles. Het is een fase waarvan ik dankbaar gebruik maak. Ik geef leerlingen kleine taakjes  en draag de regie voor een deel over.  Ik geef ruimte aan de groep en laat de groep als geheel  samenwerken om een deel van de regie van de les te voeren.

Dat doe ik op verschillende manieren , afhankelijk van het moment, groep en situatie.

In groep 5 vraag ik een leerling op mijn stoel plaats te nemen en de les op te starten volgens vast ritueel;

De concentratieoefening “zoek de leider” wordt door de leerling op mijn stoel begeleid. Ikzelf zit op een stoeltje in de kring. A.  geniet duidelijk van het feit dat ze de regie heeft. De groep werkt mee aan dit proces van regievoering. De regels van de bal worden door de leerling nagevraagd in de kring. A.  let goed op wie er aan de beurt is , wie mag praten, zegt duidelijk wat er van de andere ll-en wordt verwacht; geen vingers als iemand de bal heeft. Ik kijk aanmoedigend toe, ik knik en steek een duim omhoog. A.  glundert. Daarna doen we het namenspel;  om de beurt krijgen de kinderen de bal en noemen hun eigen naam en de naam van de ll van wie zij de bal krijgen en aan wie zij de bal geven. We timen hoelang we hierover doen, twee zandlopers en 3 ll die mogen raden hoelang we erover doen.

Dit hele ritueel wordt door de ll op mijn stoel geredigeerd en de hele groep draagt dit. Daarna praten we erover in de kring. We denken na over wat een regisseur is, waarom je dingen doet of niet doet en welk effect dat heeft op anderen. Zijn er verschillen tussen regisseurs?

A.  krijgt een dikke 8,  dat zeg ik tegen haar, volgende keer een ander.

 

Posted by | View Post | View Group
21 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie 2 Comments

Alles krijgt kleur

Groepen 3 denken na over identiteit en kenmerken, Over veranderlijkheid en herkenbaarheid.

Wat doet de aap? 

“Hij ging alles verven met de verfdoos. Hij vond het opeens leuk toen hij het vogeltje had geverfd. Ik heb een handpop van een aap en doe een plukje blauwe wol om zijn staart. Is het nu nog een aap? Ja hij ziet er nog steeds als  een aap uit. Als hij helemaal blauw is, is het dan nog een aap? Nee!. Het moest al eerder gebeuren want de dieren waren eerst allemaal grijs. Waren de dieren veranderd? Ja door de verf. Ik doe het plukje wol op de aap zijn gezicht.Is het nu ook een aap? Met zijn lichaam is het nog een aap, maar met zijn hoofd niet. Als je de ogen kan zien is het wel een aap. Als je alles van het gezicht kan zien dan is hij wel schattig. Het is een aap, maar hij heeft gewoon blauwe billen. Als een schildpad paars is , is het dan nog een schildpad? Ja, dan is het gewoon een paarse schildpad. Ik heb ook wel een s een aap gezien met een wit gezicht.  Een aap kan ook rode billen hebben. Als hij geen staart heeft, is het toch nog een aap.”

Ik keer de handpop van de aap binnenste buiten “Is het een aap?”

“Het is een binnenstebuiten -Aap. Het is en blijft een aap.”

Weet je een dier dat je niet meer herkent als het van kleur verandert?

We doen een een oefening in naar elkaar luisteren een draaipraatje. “een rode aap. Een varken en een schildpad, een kameleon.

Posted by | View Post | View Group
16 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Wat trek je aan?

Met Groep 4,5 en 6  filosoferen we over de relatie tussen hoe je je voelt en wat je aantrekt, binnenkant en buitenkant, eigen keuzes maken, of iemand anders laten kiezen hoe je er uit ziet.

We kijken een filmpje van Keepvogel waarin Tungsten niet weet wat hij moet aantrekken.

Wat heb je gezien?

“Het hondje vond zijn gele truitje niet mooi. Was het hondje tevreden? Nee! Wie heeft dat ook wel eens? Ja, dan ga je alle kleren even uitzoeken, kijken en alles uit de kast halen, en iets eruit halen. Als je blij bent trek je een mooie jurk aan. Wat trek je aan als je boos bent?  Lelijke kleren, kleuren , geen kleuren. Wat vind je van mijn sokken? Ze zijn kinderachtig, grappig. Ik denk dat u zich blij voelde toen u ze aantrok vanochtend.  Ik ben ‘sochtends gestrest. Wat trek je aan als je stress hebt? Is er een verband tussen hoe je je voelt en wat je aantrekt? Als ik gestrest ben kiest mijn moeder mijn kleren uit. Het kan mij niets schelen wat ik aantrek. 

We kijken naar elkaars sokken en elkaar shirt; is het vrolijk, boos of gestrest.  Op zijn T-shirt staat een microfoon, dat is grappig. Het maakt niets uit wat j aan hebt.”  

 

We zoeken matches tussen sokken en truien en de kinderen gaan twee aan twee staan en leggen uit waarom die match er is.

“De kinderen tekenen een zelfportret van als ze boos zijn: Als ik boos ben dan zie je mijn tanden en dan ben ik rood”

 

Posted by | View Post | View Group
16 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Wat koop jij?

Mediawijsheid wordt steeds een belangrijker onderdeel van het onderwijsprogramma op de basisschool. Ook in de filosofieles komt bijna elke les wel iets aan de orde dat hiermee te maken heeft. In de filosofieles trainen de kinderen zelfstandig en met elkaar na te denken over hoe en  wat ze zien, horen en voelen en denken en over waarom ze dat waarnemen. We praten over nep, echt, waarnemingen, aantrekking of afstoting, over waarom je dat waarneemt, of iedereen hetzelfde waarneemt, of juist iets anders, hoe dat komt en  over sociale verbindingen, bedoelingen, belangen en financieel gewin.

Dit  keer kijken we naar een aantal commercials waarin kinderen figureren; pindakaas en voetbal, een wasmiddel met dansenden beren met kinderen, hagelslag die uit de hemel valt en een kat die vraagt om zijn eigen merk eten.

Wat heb je gezien?

” Ik zag een jongen die stiekem pindakaas ging eten.  Hij wilde graag op voetbal , maar hij was te jong, toen schoot hij de bal. Ze maken reclame omdat ze veel geld krijgen voor pindakaas.  Wie is dat? Dat is de regisseur die verdient veel geld. Die beer ging zo dansen.  Ik zag een kat, die zei miauw. Dat was het merk van het bakje eten.  De kat vraagt er dan zelf naar. Die poezen wilden dat “miauw” eten. Het zijn hele kleine stukjes. Het is reclame, het is tussen door in een film om even uit te rusten of pauze te houden of iets te drinken.  Het gaat over iets dat je moet kopen. Het ging hagelslag regenen en ze hadden de badkuip buiten gezet.  Dat doen ze om indruk te maken, om meer hagelslag te verkopen aan alle mensen. Wie zijn ze?  Ja , voor de mensen die hagelslag op hun brood willen. Het is niet verplicht om het te kopen. De mensen die pindakaas maken hebben het filmpje gemaakt. De regisseur die in de winkel werkt, bijvoorbeeld bij Bas, die heeft de film gemaakt om te verkopen, zodat het uitverkocht wordt. Wie gelooft dat dan? Ik denk niemand. Misschien zijn er toch wel een paar mensen die denken ok, misschien is het toch waar, mensen die in de winkel wonen. Sigaretten verkopen ze alleen maar terwijl het wel slecht is. Hoe kan je reclame maken voor slechte dingen, waar is dat goed voor?  

Er zijn allemaal kinderen in die filmpjes, waarom hebben ze dat gedaan?

Om het leuker te maken. Leuker en vetter, voor die meneer die de pindakaas bedacht heeft. Ze maken films voor meer geld. Met kinderen is het leuk en gezellig, dan kopen de mensen. De kleine kinderen vinden het leuk om te zien.  Gaan de kinderen dan naar de winkel pindakaas kopen? Nee dan doen hun ouders.  die reclame van “Miauw” is gefotoshopt. Die kinderen denken echt dat ze ver kunnen schieten als ze pindakaas eten.  Geloven de ouders dat? Nee, je moet in jezelf geloven als je een goede voetballer wil worden.”

Waarom maken ze zo’n filmpje?

“Als de kinderen dan Miauw zien willen ze die dan eten? Dan gaan ze het eten en dan vinden ze het super vies. Dan hebben ze hun geld verspild. Kleine kinderen weten nog niet eens wat een poes is. Misschien vinden de ouders het wel een goed idee om een poes te kopen. Ik ben he niet met J. eens. Als wij wat kopen dan kunnen zij ook weer wat kopen.  Het klopt niet, stel je voor ik koop pindakaas voor 5 euro dan verdient er niemand wat want het kost ook zoveel.”

De kinderen spelen een reclame van filosofiekoek: een regisseur, observators, spelers, sprekers, en een jongleur.: “dit is nog lekkerder dan een pannenkoek, het krijgt de hoofdprijs!

Posted by | View Post | View Group
16 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Gevoel

Groep 5 doet praktisch onderzoek naar gevoel. Wat voel je als je klapt, stampt, slaat en lacht. Over invloed van daden op het gevoel in het fysieke lichaam, over de relatie met stemming, gedachten, waarneming en heel veel andere gevoelens.

We starten de les met het klappen van verschillende ritmes, om de beurt doet iemand een klapritme voor en de rest volgt. Dan klappen we op onze benen en stampen we met onze voeten. Het is een snelle aaneenschakeling van geluiden en samenwerkingen in de kring.

Wat voel je?

“Ik had pijn in mijn handen. Je voelt pijn aan je handen door het klappen, maar ik vond het ook leuk. Waar voel je dat? In mijn hoofd.  Mijn benen voelen actief, dat je aanwezig bent. Ik voelde pijn aan mijn voeten door de oefening van E. Ik ben druk , ik heb veel suiker op, daarom heb ik geen pijn.   De pijn komt door 21 x klappen. Het komt door een tijd te bewegen. Ik voel pijn, tintels, kriebels en hoofdpijn. Ik voelde net wel iets maar nu niet meer.  Ik voel prikkels in mijn handen, ik voelde tintel. Wat kan je allemaal voelen Ik voel het in mijn hele lichaam dat het leuk was. Hoe zie je dat je je blij voelt?  Boos voel je in je hoofd. Blij voelde ik in mijn benen. Wie ziet er blij bij mij? Ja, als het rustig is in de groep.  U heeft grote ogen als het leuk is. Ik denk dat U blij bent als we leuke dingen doen. Wat is leuk? Spelletjes en zo. Jij wordt ook vrolijk , dat zie ik aan jouw gezicht. Je kan ook boos zijn met je handen, dan doe je je duim omlaag, dan ben je een beetje boos.”

Ik lees het verhaal van de olifant (Toon Tellegen, is er dan niemand boos)

“Hij is boos, want hij heeft pijn want hij is gevallen.  Hij was niet boos maar onzeker. Hij wilde het doen maar hij twijfelde. Boos is als je niet wil maar het toch doet. Iemand zei “niet klimmen” Wie zei dat. De schildpad ofzo… Nee! Hij zei het zelf, tegen zichzelf. Ik denk dat die olifant pijn heeft in zijn hart. Hij heeft zichzelf pijn gedaan.  Dan ben je dom. En hij praat tegen zichzelf. Dus hij heeft geen vrienden. Hij is de enige in het verhaal dus hij moet wel tegen zichzelf praten.”

 

Posted by | View Post | View Group
8 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Anoniem

Zelfportret?

Groepen 4 denken na over een man met een bolhoed een das, een pak, een duif voor zijn gezicht, Magritte, de bedoeling van de kunstenaar en de wens van de man, of was het een vrouw, om anoniem te blijven. Over bedoelingen , toeval en zelfportretten….

In de kring ligt deze voorstelling. ik vraag de kinderen om 1 minuut stil te kijken naar de afbeelding.

Wat zie je?

“Het is een vogel en een man. Hij heeft geen gezicht. Een man die je ogen niet kan zien. Die vogel zit dicht bij zijn ogen.  Die vogel zit voor zijn gezicht. Voor zijn hele gezicht? Een vogel vliegt voor de neus van de man en een stukje van zijn gezicht.  Je ziet wel zijn oren en zijn mond. Ik zie dat de fotograaf een foto gaat maken en dan vliegt die vogel voor zijn gezicht. Of misschien is het een schildertij of is het een foto. Wat denk je zelf? Een schilderij. Die schilder heeft dat zelf verzonnen. Waarom? Omdat hij van volgels houdt. Er bestaat geen man die geen gezicht heeft.  Misschien heeft hij geen gezicht, maar het is normaal dat je een gezicht hebt. Mensen zijn geen dier, dus die vogel is niet zijn gezicht.”

Is het een man?

“Het kan ook een vrouw zijn met een pak. Het is een man , want mannen hebben een bubbel in hun nek (adamsappel) Het is geschilderd, misschien is het gezicht heel lelijk.  Of is de man heel lelijk. Er staat een naam op de hoed, daarom weet je dat het geschilderd is.  Hij wil niet herkend worden, daarom heeft hij een duif geschilderd. Hij wil onbekend blijven. Die meneer is boos, dat zie je gewoon aan zijn lip.”

hoe komt die duif daar?

“Het was toevallig dat die duif daar was. Misschien is er vogelvoer gegooid en toen kwam de duif.  Dat kan niet, want het is binnen want je ziet geen lantarenpaal of bomen. Het is een foto en die duif vloog gewoon voorbij. Hij had een foutje gemaakt en daarom zit die duif erop. Er was eerst een foto en die schilder heeft het nageschilderd. Was die schilder dat van plan?  Hij heeft gewoon op internet gezocht. Het was gewoon een geintje. Wat was er grappig aan?  Misschien wou die vogel een hoofd van een man hebben. En is het gelukt? Nee! Die vogel wou gewoon vliegen en wist niet dat er een foto was. Denk je dat die man dat ook wilde?  Nee! Ze gaan je dan uitlachen. Het is een nep-vogel aan een touwtje, want het is een geintje. Kan je wel zien wie het is? Als je onbekend wil blijven.. Hoe heet dat dan??  De fotograaf zei ” kijk maar naar het vogeltje” “

we spelen galgje om het woord anoniem te raden.

Daarna tekenen de kinderen een “anoniem zelfportret” We maken een plan om foto’s te gaan maken van elkaar waarop we anoniem zijn,

 

 

Posted by | View Post | View Group
7 april 2018 by karin Posted in BLOG FILOSOFIEPRAKTIJK, Geen categorie Leave a comment

Post navigation

← Older posts
Newer posts →
Website ontwikkeld door: PC Patrol