Ruimte

Powers of ten

Filosoferen met kinderen

Filosoferen over de ruimte

In enkele minuten wordt ons “blikveld” exponentieel vergroot en daarna verkleind. Alles vanuit 1 vertrekpunt. Over realiteit, oorsprong, zijn, ruimte, de menselijke maat, optiek en geocentrisme.

We bekijken met groep 5 een film “powers of ten” en we maken een denkbeeldige reis door de ruimte.

Wat heb je gezien? 

DNA heb ik gezien. Wat is DNA?  Dat is spuug! zegt A. Nee, dat is een soort bacterie. Het is alles wat van jou is. Wat zijn atomen eigenlijk? Dat zijn groene dingen. DNA wordt gemaakt van atomen, of andersom. DNA is waar dingen in opgeslagen worden, ook wat je denkt. Het heelal heeft te maken met ruimte. Het heelal is ook de aarde. En een donkere lucht en veel gekleurde sterren. Nee, het heelal, het is de ruimte waarin de ruimte zich bevindt.

Wat is bevinden? vraagt I Bevinden is zijn, zegt A.

Is het allemaal wel echt?

Nee! zegt D, dat kan helemaal niet, als je zo dicht bij de zon komt smelt je dus het is niet echt. Het is een nepfilm. Dat is ook zo bij tekenfilms. Het is wel echt want ze bewegen. Bestaan betekent dat het leeft.  N zegt : je zegt dat het nep is maar een planeet is een aarde en wij zijn op de aarde dus het is echt, want wij zijn echt. Het is allemaal ontelbaar en oneindig.

Wat is ontelbaar en hoe weet je dat?

Sterren kan je niet tellen, dus ze zijn ontelbaar. Het zijn allemaal plaatjes, je kan niet en je ziet niet alles tegelijk, daarom is het ontelbaar. Hoe weet je dat het ontelbaar is? Als je op aarde staat zie je niet alles, maar als je in de ruimte bent zie je alles. Als je in de ruimte kijkt zie je alles, al je op 1 plek staat. A; Nee dat is niet zo; er is niet 1 plek in het heelal waar je de sterren kan tellen.

zonnestelsel

Waarom is het zo ver weg?

Dat moet zo zijn , anders botsen we. Als de planeten dichterbij elkaar komen botsen ze en dan verdwijnen ze in een zwart gat.

Waar zijn wij?

Alles is zover van onze planeet ontstaan. En wij zijn op de aarde. De aarde ligt in het midden en de planeten zijn eromheen. Maar je kan ook op de aarde staan. We zijn op de de aarde, maar  de aarde is ook onder je voeten. Dat zijn geen 2 “aarden” maar ook een en dezelfde. Je kan er ook doorheen en dan ben je niet ondersteboven.

De kinderen tekenen hun reis door de ruimte en wat ze tegenkomen:

filosoferen met je hele lijf

Ruimtevaarder met zwevende koffie

A. tekent de koffie die uit de beker van de ruimtevaarder “zweeft”

Posted by | View Post | View Group

Maandag mag je met me mee

filosoferen met je hele lijf

maandag mag je met me mee

Filosoferen met groep 4 over de dagen van de week.

De kinderen spelen in hun gedachten met de 7 dagen van de week.  Wat is een lollige dag. Wie vindt dat en wie vindt dat niet. Bij toeval onderzoeken de kinderen standpunten en stellen conclusies bij aan de hand van een aantal elementair opgebouwde beweringen en een fysieke uitwerking ervan.

De klas leest het gedicht hardop. De rijmwoorden klinken in de klas. De kinderen kennen het gedicht na 2x lezen uit hun hoofd! We bespreken de woorden die de kinderen niet kennen.

Waar gaat het gedicht over?

“Die oma heeft lollige dagen, het is een fitte oma, dat kan je zien op het plaatje. Dat is best gek want normaal kunnen oma’s niet zo hard rennen, omdat ze oud zijn.  Misschien is zij minder dan 65 jaar. Ik snap het niet, Ik snap niet hoe die fee werd geboren. Ik wist niet dat die bestond.  Ja, maar wel een tandenfee. Fee en elf horen bij elkaar.  De elf is het kind van de fee. Misschien is het meisje zelf een fee. De ene heet gewoon Fee en de andere heet Elf. Wat is “ringeloren”? Dat is een bel op de toren waar ze aan gaan rinkelen en dan ga je dat elke keer horen in je oren.  Het zijn oorbellen in je oren, als je loopt gaat het ring ring ring. Een ring die je kan gooien.  Ze gingen allemaal leuke dingen doen. Niet alleen maar leuke dingen, want het was niet pluis. “

Waar begint de week?

Dat is maandag, want dat is de eerste schooldag. Zaterdag, dat is de eerste dag van de week, dan heb je vrij. 

Wat is een lollige dag?

“Dat is een grappige dag met leuke dingen.  Je kan bijvoorbeeld voorlezen. Of iemand laten voorlezen. Je kan ook voor jezelf voorlezen. Toen ik jarig was was het een dag met leuke dingen, de hele dag was lollig, behalve dat ik moest slapen.  Mijn verjaardagsfeestje was een lollige dag. Totdat mijn broertje in de taart was gevallen, toen was het geen lollige dag meer.  (de andere kinderen moeten lachen) Dat is wel een lollige dag want het is grappig. -De kinderen verbazen zich er over dat dit niet voor iedereen leuk is- We onderzoeken verder hoe de meningen hierover verdeeld zijn en wat die mening te maken heeft met andere relaties. Zou jij het ook leuk vinden als je broertje in de taart was gevallen? Dat is helemaal niet lollig, want je lacht iemand uit. S: De jongens vinden zoiets grappig, terwijl dat niet zo is. Meisjes vinden dat niet grappig. J (een jongen) verandert zijn mening en zegt dat hij het 50% leuk vindt en 50% niet leuk. Want het is grappig , maar het is niet leuk dat de taart kapot is”

We doen een onderzoek naar de mogelijke  standpunten ; we maken 3 groepen in het lokaal met kinderen die verschillend meningen zijn toegedaan. We maken fysiek inzichtelijk hoe het zit en of de uitspraak over jongens en meisjes opvattingen klopt.  S, die de uitspraak deed over jongen en meisjes  ziet hoe de echte verdeling van de meningen in elkaar zit bij bij de jongens en de meisjes en stelt haar conclusies bij en spreekt ze uit:

“niet alle jongens vinden het lollig als je broertje in de taart valt”

“4 jongens vinden het grappig”

“Niet  alle meisjes vinden het niet grappig” (een meisje blijft zitten en S probeert haar over te halen te kiezen voor niet-grappig)

“Eén meisje en één jongen vinden het 50% grappig/niet grappig”

Volgtijdelijkheid van dagen en verbindingen oefenen we met een kaartspel. Wat….als….dan. We oefenen betekenis, oorzakelijkheid en volgtijdelijkheid. Dat is nog heel moeilijk voor de kinderen om zich de dagen van de week zo in relatie’s voor te stellen.  We doen een spel met dagen-kaartjes waarbij de kinderen om de beurt een als………dan ……..logische verbinding mogen maken met een dag van de week.

Wat is je lievelingsdag?

“Vrijdag, want dan ga ik na school naar de bioscoop. Zaterdag, want dan speel ik met mijn vriendjes. Op woensdag ga ik naar de markt en koop ik lollies.”

Als ik maandag naar huis ga dan ga ik ook boodschappen doen. Als het dinsdag is dan ga ik vroeg naar school. Als ik zondag vrij ben dan ga ik schaatsen. Woensdag is geen leuke dag want dan hebben we maar een halve dag school. Dat vind ik niet leuk want ik wil graag veel leren. Ik wil dokter worden en thuis doe ik helemaal niets. Nee, de woensdag is wel een leuke dag, want dan kan je lekker sporten, en dansen en lekker niets doen.  Je kan ook huiswerk mee naar huis nemen op woensdagmiddag. 

We doen met een andere groep 4 een spel waarin de kinderen die de woensdag wel leuk vinden en de kinderen die de woensdag niet leuk vinden zich aan twee verschillende kanten van het lokaal opstellen. Om de beurt probeert een kind een ander kind aan de overkant met argumenten te overtuigen om een ander standpunt in te nemen en dus over te steken. Ondertussen lopen er kinderen van weerskanten over naar de andere kant, na het horen van nieuwe argumenten. Het wordt een dolle boel, maar steeds moet de verplaatsing worden uitgelegd.

Posted by | View Post | View Group

Als je ziek bent

filosoferen met je hele lijf

Samen onder een knuffeldekentje

Filosoferen met je hele lijf:

Hoe gedraag je je als je ziek bent en hoe ziet dat er uit? Wat is fijn en gezellig? ..is dat ook zo voor dieren?

Als de kleuters binnenkomen ligt er een opgevouwen dekentje in de kring met een tekkeltje erbovenop. Natuurlijk zijn ze nieuwsgierig!

Ik vertel een verhaaltje: Jip en Janneke hebben allebei de waterpokken en zijn ziek. Na 1 dag gaat het al wat beter en ze mogen lekker op de bank met een knuffeldekentje en Takkie komt er gezellig bij.

Wat is een knuffeldekentje?

Een dekentje dat je hebt als je ziek bent. Een dekentje waar knuffels aan hangen. Een dekentjes waar je mee kan knuffelen. Een dekentje waar je mee kan slapen. Of op liggen als je ziek bent. Toen ik klein was had ik een knuffeldekentje , maar mama heeft het weggegooid want het was vies en kapot. Dan kan je het repareren, met naaien of plakken zegt V.  Een knuffeldekentje moet wel warm zijn anders ik het niet lekker. Je hebt het niet alleen nodig als je ziek bent. Je kan er ook een tentje mee bouwen en lekker in eten en  TV kijken. Soms kan een knuffeldekentje ook gewoon kwijtraken.

De kleuters voelen om de beurt aan het dekentje dat midden in de kring  nog opgevouwen ligt. Dan vouwen we het groot uit en mag er een kind op gaan liggen. Ik dek het kind helemaal toe en die blijft lekker liggen in de kring. We kijken ernaar met elkaar.

Welke kleur heeft jouw knuffeldekentje

Later komen er 2 kleuters in de kring, samen onder 1 dekentje , kan dat ook? Takkie mag er ook bij.

En dan gaat het gesprek een andere kant op doordat Takkie op het toneel is verschenen.

Wat is dat voor een hondje, met korte poten…?

Wordt het hondje ook ziek? 

Takkie krijgt geen waterpokken, want honden worden niet ziek. Hondjes en katjes worden niet ziek, want ze eten brokjes. En hondjes zijn hondjes. Als het hondje ziek is krijgt hij ook een knuffeldekentje en mag hij ook in bed met een kussentje. Bij honden kan je niet zien dat ze vlekjes hebben want ze hebben een vacht”

Posted by | View Post | View Group

Van wie is het?

filosoferen met je hele lijf

De olifant die woord hield

Filosoferen met groep 3, 4, en 5 over een olifantenei

We denken na over “bestaans-kwesties” zoals oorsprong, essentie, verandering en oorzakelijkheid en mogelijke invloed die wij daarop hebben. Maar ook praten we over ethisch zaken zoals  zorgplicht, trouw en eigendomsrechten.

Vogel Wok heeft geen zin meer om langer op haar grote, gespikkelde ei te zitten en ze zoekt een vervanger, voor even….. De leeuwen bedanken voor de eer, maar de olifant is een goedzak en doet het. Heel voorzichtig klimt hij in de boom van vogel Wok en zet zich op het ei. Terwijl hij de vogel belooft het ei niet te verlaten. Vogel Wok komt niet  terug en de olifant wordt met boom en nest verhuisd naar de dierentuin, ver weg van Afrika. Dan komt het ei uit …..

De vraagstellingen in het filosofisch gesprek met 5 groepen (3,4,5) ontwikkelen zich verschillend.

Wat is er met het ei gebeurd?

“Het ei is uitgekomen. De vogel is weggevlogen. De olifant zegt sorry, je ei is gebroken.  De vogel krijgt het ei gebroken terug. De olifant wil het ei zelf houden, omdat hij het ei lief vindt.  De vogel heeft het ei gestolen van de olifant. “

Een groep 3 en 4 praat vooral over van wie het ei is en van wie de baby uit het ei is. De redeneringen variëren: Het ei is van de vogel, omdat hij het gelegd heeft, omdat vogels ook kinderen kunnen krijgen, omdat vogels nesten maken. Het ei is van de olifant, omdat hij het langst erop gezeten heeft, omdat de vogel het nest verlaten heeft, omdat de vogel een nieuw ei kan leggen, omdat het ei heel groot is. De baby is van de olifant omdat hij geen nest kan maken, omdat de baby op de olifant lijkt, omdat hij het meeste werk heeft gedaan.

Doordat de olifant op het ei gezeten heeft is het veranderd van binnen en langzamerhand op een olifant gaan lijken. De baby is van allebei, want ze hebben er allebei op gebroed. Je kan de baby niet in tweeën snijden dus moeten ze beiden voor de baby zorgen. De baby lijkt op allebei een beetje; het is een olifant met vleugels. “we kunnen ook een bloedproef doen een kijken of hij olifantenbloed heeft of vogelbloed” zegt R

filosoferen met je hele lijf

een olifantenvogel

“Het is eigenlijk een olifantenvogel” zegt A

Groep 4 en 5 praten ook over wat er eigenlijk uit het ei zal komen.

Een olifant, een vogel, een olifantenvogel, niks, een mens…

Er komt niets uit het ei, omdat de olifant en de vogel allebei op het ei hebben gezeten, omdat een olifant geen ei kan uitbroeden want hij heeft geen veren. Er komt een olifant uit het ei omdat de olifant er aan het eind op gezeten heeft. Er komt een olifant uit omdat het ei heel groot is. Vogels hebben alleen kleine eieren dus het is niet van de vogel, dus er komt geen vogel uit.

filosoferen met je hele lijf

Wok wil geen kindjes meer

“De vogel wil nooit meer kindjes hebben want hij vond het saai” zegt G.

We doen een spelletje “wie heeft het ei”

Posted by | View Post | View Group

word je van eten ziek?

filosoferen met je hele lijf

Kip is ziek

Kleuterfilosofie over ziek zijn en eten.

Als de kinderen binnenkomen staat er een kip midden in de kring . Ze schuiven er nieuwsgierig omheen.  Ik vertel het verhaal van Kip is ziek*. De gravin maakt een “van alles en nog wat”- drankje voor kip. Ze doet alles wat lekker en gezond is door elkaar. Maar de kip wordt alleen nog maar zieker; Ze ziet helemaal groen en geel en ligt slap. De koning is radeloos en boos.

Wat gebeurt er met de kip?

De kip was ziek. Hoe weet de koning dat? Hij was helemaal groen van de chocolade. He komt van het eten.  De kip had een toversoep gegeten. De kip  werd groen van de krachtsoep. Vond de kip het lekker?  nee. Kan iets wat niet lekker is gezond zijn? niet gezonde dingen zijn niet lekker. Ik eet gezonde dingen  maar ik word niet groen.  Paprika is niet lekker maar wel gezond.  Pilletjes mag je niet eten want dan word je blauw en wit. Als de kip groen is moet je ijs op zijn voeten leggen. Wie is er wel eens groen geworden? Welke kleur zijn de bomen? Groen, zijn de bomen ziek. Nee want die eten blaadjes. Van groenten word je alleen beter niet ziek.

Word je van eten ziek? (wanneer wel/niet)

filosoferen met je hele lijf

kip is ziek

“. A: “Als je heel veel eet word je ziek” ” Als je heel klein bent dan wordt je ziek van eten” “als je alles door elkaar gooit maak je een prutje  en dan word je ziek. Kippen moeten zaadjes eten, dan worden ze niet ziek” M: “Als je heel veel koud en warm door elkaar eet word je ziek” A: “Als je heel veel snoept word je ziek” Kippen moeten graan eten anders worden ze ziek” A: Hoestsnoepjes helpen wel”  S: als je iets eet wat vies is word je ziek” M: “Ik eet ook vieze dingen en ik word niet ziek. Ik eet siroop, die vind ik vies, maar ik word niet ziek”  A: Als ik iets lekkers eet word ik niet ziek.”

Op de koningsschool leer je geen krachtsoep maken, dus de koning kan dat niet“”

We maken met de klas een denkbeeldig “alles en nog wat” -drankje. De roerzeef gaat langs bij de kleuters. om de beurt mogen ze er iets gezonds door draaien; “bananen, sinaasappels, sla, komkommer, chips omdat je daarvan groot wordt. Pilletjes zijn niet lekker, maar die moet je altijd eten als je ziek bent, salade,  gele groenten. Tomaten omdat ze gezond zijn, aardappels omdat ze smelten, ..etc.”

Tenslotte geeft de koning de soep aan de kip:

*(uit de Koning en de Kip, Catharina Valckx)

Posted by | View Post | View Group

De ander

filosoferen met je hele lijf

Boze heks; Fluisterkruid

Groep 5 filosofeert over wat je wel en niet mag of kan zeggen tegen een ander.

Wie is die ander? Maakt dat uit voor een mens, een kind, een vriend of een dier?  Heeft dat ook met taal te maken?

De Boze Heks heeft de bosbessen in “Fluisterkruid” veranderd. De Egel en de Haas horen allerlei fluisteringen uit het gras komen; “De Egels is dom” “De Haas heeft lange oren.”  Als de Heks  langskomt klinkt er: “De hekst is slim.” “De heks kan goed toveren.”

Egel en Haas nemen het over van het fluisterkruid en fluisteren nieuwe dingen over de Heks als ze langskomt:  “De Heks heeft een lange neus.” Dat verandert de zaak.

“Waarom verandert de Heks het pratende kruid weer terug in bosbessen?” vraagt  Al. Ad: “Het pratende kruid deed bij de hand, daarom verandert ze het weer in bosbessen. “Mark: “Het fluisterkruid is niet brutaal, de dieren deden dat, dus dat is niet de reden.” Mick: “De dieren zijn brutaal.”

Wat is brutaal?

Mark: “Brutaal is als je gemeen praat tegen andere mensen.” Mick: “Brutaal ben je tegen je moeder als je je bed op moet maken en je zegt dat je het niet doet.” Sam: “Als je gemeen bent tegen dieren dan ben je ook brutaal.” Ami: “Je kan niet brutaal zijn tegen dieren want ze kunnen geen Nederlands.” Onno: “Je hoeft geen Nederlands te kunnen praten want je kan een dier ook stompen en dat is ook brutaal.”

Posted by | View Post | View Group

De zon is een ding

filosoferen met je hele lijf

De klipdas en de zon

Met de groepen 4 filosoferen we over de ondergaande zon, over wetten van de natuur of God of Allah, over de zin of onzin van boos zijn, op wie of wat  je boos kan zijn en de menselijke maat.

De Klipdas (Toon Tellegen, Is er dan niemand boos)  weet niet zeker of de zon morgen weer opkomt. Hij wil dat de zon , lokaal is het maar één keertje, niet onder gaat.  Daarom is hij  iedere dag boos op de zon dat hij ondergaat. Elke avond staat hij te schreeuwen tegen de zon dat hij moet blijven, maar hij gaat toch.

Waarom is de Klipdas boos?

De Klipdas wil niet dat de zon onderging. Hij is boos omdat de zon niet “opblijft”  De klipdas is boos omdat hij voor één keer niet wilde dat de zon onderging, omdat hij in de zon wou liggen.  Wat is een horizon? Een horizon is een zonsondergang, het is een streep in de verte , je kan het zien bij water of een weiland. ?”

Helpt het dat de Klipdas boos is?

“De zon moet om de aardbol gaan, hij kan niet op één kant blijven. De zon kan niet heel lang blijven, want hij gaat dan naar een ander land, dan moeten daar de mensen wakker worden.  Als het bij ons dag is, is het aan de andere kant van de wereld  nacht. Bij de ene kant wordt het gewoon dinsdag en de andere kant wordt het licht. Nee het helpt niet als de Klipdas boos is want de wereld draait toch wel.  Nee, want de zon kan toch niet terug. Het heeft geen zin dat de klipdas boos wordt, want de zon heeft geen oren, ogen en mond dus het maakt niet uit. Het is raar dat de Klipdas tegen de zon schreeuwt want de zon kan het niet horen. De zon kan niet horen of praten, het is geen mens of beest. De zon is wel een ding en een ding kan niet praten. De Klipdas zegt “ik waarschuw je” Dat kan helemaal niet. Je kan niet boos zijn op de zon, je kan de zon wel haten. Je kan helemaal niks tegen de zon zeggen, je moet eerst op een dak klimmen om dichter bij te komen.  En hij gaat toch niet luisteren, want hij leeft niet. Je kan wel boos zijn op iets, maar dat helpt niet echt. Er verandert niets. Bijvoorbeeld boos zijn op de kachel die het niet doet, dat helpt ook niet. mensen zijn anders dan dieren, mensen kunnen wel boos zijn op de zon. Maar dan snapt de zon het nog steeds niet. Gaat de zon andere dingen doen als een mens boos op hem is? God gaat beslissen wat er gebeurt. Dus het maakt niet uit. Allah bepaalt wat er gebeurt.  Wat bepaalt Allah dan? Hij bepaalt wat hij maar wil; of het regent, waait, gewoon alles, ook dat de zon gaat onder de lucht.   ” 

Hoe kan het dat de zon weggaat?

“De zon zweeft, maar kan niet ergens naar vliegen. Hoe komt hij dan naar een ander land? Zweven is hetzelfde als vliegen, het is een soort langzaam vliegen. De zon zweeft. De zon is de grootste aarde. Hij kan dan makkelijk in hetzelfde land komen. De zon gaat van de ene helft van de wereld naar de andere. De zon kan zweven want er is geen zwaartekracht. De zon en de maan zijn hetzelfde ding, alleen de zon is licht en de maan is donker.  Het lijkt of de zon onder gaat , maar hij gaat eigenlijk naar boven. Het water maakt de zon uit.  De wereld gaat op zijn kop, en wie is dan de baas?”

Waarom weet de Klipdas dat niet?

“Omdat hij een dier is, een dom dier. Er zijn domme dieren en slimme dieren. Dat de zon van de ene kant naar de andere kant van de wereld gaat is eigenlijk normaal.  De zon kan niet de hele tijd bij ons blijven. De wereld beweegt, de zon en de maan blijven staan. “

Verwerkingsopdracht: de kinderen tekenen een drieluik van de zon

Posted by | View Post | View Group

Verschijnselen?

filosoferen met je hele lijfZiek zijn: Wat is iets en hoe doet het zich voor?

Filosoferen met je hele lijf.

Kunnen we door bepaalde waarnemingen zeker weten of of het om ziekte gaat? Of kan het ook iets anders betekenen?

Ik vertel het verhaal van het zieke Varken. Het varken heeft rode vlekjes. Dat zien de kleuters wel. “Dan heeft hij de waterpokken!” Varken is ook moe, heeft zijn ogen half dicht. Hij heeft tranen en kreunt onder een grote berg dekens en … hij ligt slap op de bank.

“Als je ziek ben loop je scheef en dan maak je rare voetafdrukken in de sneeuw” zegt Richard. Hij heeft in de les bij zijn klasse-juf goed opgelet en zegt “dat zijn aanwijzingen.”

“Als je ziek bent dan ben je warm” zegt Mat. “Als je ziek bent dan heb je het koud en dan ga je niet naar school” zegt Ashia.

Als iemand niet op school is, is hij dan ziek? vraag ik. De kleuters weten het zeker. “En hoe weet je dan zeker dat hij/zij niet op vakantie is?” Sam zegt dat mama dan naar school gaat bellen om te vertellen dat je ziek bent. Dus dan weet de hele klas dat je ziek bent, dus dan is dat echt waar en je vrienden gaan je bellen of komen op bezoek.

De kinderen beelden het gedrag van een zieke uit en andere kinderen mogen om de beurt raden wie er in de kring ziek is en waarom hij/zij dat denkt. Ze buigen voorover, doen hun ogen dicht, handen op de buik of het hoofd. Tenslotte zijn alle jongens weg uit de kring.  Zijn ze allemaal ziek?

Posted by | View Post | View Group

Wat is echt?

Filosoferen met je hele lijf

Twee beertjes en Bob

Twee beertjes en Bob. Prachtig voorbeeld hoe jonge kinderen logisch redeneren en oorzakelijkheid kunnen combineren met hun magisch denken.

Filosoferen met groep 3. 

Ik vertel het verhaal van twee beertjes en Bob. Een kleine jongen die de dag besteedt met zijn twee eigen beertjes. Ze maken allerlei avonturen mee in huis. Er ontstaat een bos op de trap, dat zomaar weer verdwijnt als papa komt. Er stroomt een rivier door de kamer, die droogvalt als mama roept. En er is een berenhol onder de trap waar papa en mama niet kunnen komen. De kinderen denken na over wat echt is en wat niet en wie dat bepaalt.

Waar komen de beertjes vandaan?” vraag ik de kinderen. “De beren komen uit hun hok van heel ver weg.” “Ze zijn stiekem naar binnen gegaan door het hondenluik.” “Bob wist het eerst niet, want ze kwamen toen hij sliep.” “Pas toen ze geluid maakten zag hij ze.” “Papa en mama kunnen de beren niet zien, want die houden niet van beren in huis, ze maken veel rommel. Papa en mama kunnen de beren niet zien want Bob heeft de beertjes verstopt. Hoe kan het dat papa en mama de beertjes niet kunnen zien? Misschien zijn ze halfblind, want ze kunnen de beren niet zien maar de grond wel. Een grote beer kunnen ze wel zien, misschien is dat we de vader of de moeder van de kleine beertjes. Beren kunnen nooit in een familie zijn, want bren zijn vleeseters. Beren houden van mensenvlees, dus ze kunnen niet in een mensenfamilie zijn. Het is alleen een titel van het verhaal, het is het begin van het verhaal. Het is gewoon een verhaal, verzonnen door een kunstenaar, dus het is niet echt. Het is allemaal niet echt. Het bestaat ook niet echt, want een familie is van vlees . En ze praten allemaal niet. In het bos zijn wel echte bere, misschien waren de beertjes wel verdwaald. Misschien wonen ze normaal  in een hok. Moeder heeft het raam open laten staan en toen zijn ze stiekem binnengekomen. Kleine beren zijn lief en grote beren zijn gevaarlijk.  ”

Wie is de baas van de beren?” vraag ik. Sommige kinderen zeggen dat Bob de baas is van de beertjes. Andere kinderen vinden dat de grote beren de baas zijn van de kleine beertjes, maar die kan je niet zien. De beren zijn van hun papa en mama

“De beertjes zijn de baas van wat er gebeurt in huis omdat als de beertjes willen dat er water komt, dan komt er water en als ze willen dat het weg gaat dan gaat het weg.” “Misschien was de boom wel vanzelf in het huis gegroeid.”

Posted by | View Post | View Group

De macht van de groep

Filosoferen met je hele lijf

Filosoferen met je hele lijf

In groep 4 en 5 laat ik filmpjes zien van bewegingen van groepen vissen en groepen vogels. De kinderen stellen vragen over wat ze gezien hebben. Marcel vraagt: “Hoe doen die vogels dat?” “De vogels volgen de leider, daarom doen ze het zo” zegt Jady. Lidia zegt dat de vogels geen leider nodig hebben omdat ze hun zintuigen volgen. “Ze weten zelf waar het koud en warm is. Als er bijvoorbeeld geen eten is gaan ze naar een andere plek.” “Omdat de vogels niet kunnen praten hebben ze geen leider” zegt Inez. Er ontstaan diverse standpunten in de groep die refereren naar verschillende filosofieën over samenleving en maatschappijvorming; deel versus geheel, groepvorming, belangen van individu en de groep, recht van de sterkste, taal en leiderschap, overlevingsstrategieën, vrije wil  en nog veel meer.Filosoferen met je hele lijf

“De vogels willen niet naar de baas luisteren. Ze doen wat ze zelf willen. De vogels zijn allemaal kraaien dus ze zijn allemaal de baas.  Nee er is één kraai, die is de baas. Nee, dat is anders, de kraai wil de andere vogels doodmaken.  Ze weten zelf waar het eten is” zegt Sunny. “Nee,” zegt Rolf, “als er niemand de baas is dan doet niemand iets.” “Ja, daar ben ik het mee eens” zegt Mo. “Als er geen baas is heb je geen keus, want die zegt waaruit je moet kiezen. Die ene vogel is de baas, die grote,  nee die wil ze juist aanvallen. De vissen gingen elkaar volgen. Ze gingen elkaar leiden. Het zijn geen vissen, maar kikkers want ze hebben geen staart.  Het lijken wel elektrovissen. Er komt steeds licht en dan gaan ze bewegen. De leider is er eentje die vooraan staat. De leider moet vooraan staan anders weten ze niet wat ze moeten doen. Want de leider geeft het voorbeeld, dus die moet zichtbaar zijn. De grote vogels is de baas omdat hij groot is, het is een man. Moet het een man zijn? Nee, vogels die baby’s zijn die worden door moeders verzorgd, moeders zijn leiders van baby’s. Het is een school vissen , dan is de leraar de leider. Vogels hebben geen leider nodig, want mensen hebben dat ook niet nodig”

We sluiten af met een spelletje “wie is de leider?” ; de kinderen lopen in een kring en één verandert steeds een beetje de manier van hoe de groep in de rondte loopt. Een ander kind moet het raden.

Vraag voor het klassenboek; wie is de baas thuis?

Posted by | View Post | View Group