Groep 6 staat voor de deur te vechten en te duwen in de rij, wie vooraan mag staan. Als we in de kring zitten vraag ik wat er precies aan de hand was. A. stond als 2e in de rij , maar ze moest naar de wc en vroeg aan I of ze haar plaats bezet wilde houden. J. vindt dat niet eerlijk en wil die plek innemen.
Hoe belangrijk is het dat je vooraan staat?
“Dan kan je als eerste naar binnen. Hoe moet we hiermee omgaan? Weggegaan plaatsje vergaan! Maar ik heb het beloofd aan A. Dus dan moet ik die plaats bezet houden.”
Ik vertel het verhaal van wachten bij de slager: Ik sta bij de slager als enige in de winkel. Dan moet ik naar de wc. Ik vraag aan iemand die er net binnenkomt of hij mijn beurt wil vasthouden totdat ik terugkom. De winkel loopt vol en iedereen is aan het wachten.
Een ll van groep 4 wil graag achteraan in de rij. Er ontstaat direct een ruzietje en ik sta niet toe dat deze ll haar zin krijgt. Later in de kring breng ik het ter sprake en vraag de ll waarom zij graag achteraan wil, de hele klas luistert aandachtig.
“Als je vooraan loopt, moet je achterom kijken of iedereen ook komt en je moet ook snel lopen. Dat doet mijn moeder ook altijd. ik loop liever achteraan.”
Hoe kunnen we zo lopen dat we allemaal achteraan staan?
“we moeten allemaal naast elkaar lopen, o nee dan kunnen we niet door de gang. Iedereen staat al achter want de juf staat voor. Je kan ook steeds rond draaien (om je eigen as). Komen we dan ook in het lokaal? Nee we komen dan niet vooruit. “
We doen een oefening met rondlopen in de kring; Wie liep er voorop?
Ook de kleuters vechten regelmatig om hun plekje in de rij.
Hoe belangrijk is het dat je voor in de rij staat?
“Als je op de 3e plek staat mag je niet duwen. Mag je duwen? nee! Wat is duwen? Kleuters doen in de kring voor wat duwen is. Hoe los je dat op? De juf moet zeggen wie er vooraan mag staan. Je kan ook vragen “Zou je een keer achter mij willen staan in de rij?” Je kan ook sorry zeggen.”
Wat moet je doen als er twee kinderen op dezelfde plek willen staan?
Ik praat er ook over met een meisje uit groep 4 : “De juf moet het oplossen. Wat kan je zelf doen? “Een stap achteruit”


We doen een spel in de kring met plaatjes van honden.
Die hond heeft te veel wc papier gebruikt. De hond die rookt is stout. Honden mogen niet roken. Je kan er dood van gaan. Hij had hem gewoon kunnen laten liggen. De hond in de modder is niet stout. hij gaat een huis maken. Hij heeft een bunker. Ik vind het gewoon schattig.
Het is wel stout. Misschien wil hij wel ontsnappen. Je ziet mijn gezicht niet. Kan je dan weten of hij stout is? Je kan met je hele lichaam stout zijn. Je ziet het aan zijn ogen en aan zijn mond. dat hij stout is. Het hondje in de kooi is niet stout want die doet niets.
Hij is nooit stout. Als jij een snoepje wil pakken en je doet het. Wanneer ben je dan stout als je het bedenkt of als je het doet? als je het doet, als je het bedenkt een beetje stout. “
E
E
F
Ik lees het verhaal voor van de boze heks “het spookhemd”
We doen een spel in de kring met een deken waarmee je jezelf kan bedekken. Een kind doet dat voor in de kring en wikkelt de deken om zichzelf heen. Nee dan zie je de benen en de voeten nog. ik zie nog steeds I. Ik kan nu nog steeds I zien. Hoe weet je dat zij dat is? door haar schoenen. 
“Varkentje , waar ben je? Er komt een zacht knorrend geluid.
nog harder rood. Pukkels zijn ook rood. Toe kwam het vogeltje ook langs. Het vogeltje zegt ” als je veel in bed ligt dan wordt je beter. Bloemen helpen. Dan gaat het varkentje meer geluid maken. De muis dacht dat het varkentje weer beter was. Het varkentje ging weer buiten wandelen. Ben je niet meer ziek? Hij heeft nog wel vlekjes, maar hij is beter geworden door de siroop, speciale drank. Wie kan de vlekjes bij het varkentje tellen? Toen kreeg de muis pijn in zijn buik. Hij pieptje zacht. Hij ging samen met het varken. Als de kinderen hun ogen dichtdoen heeft het muisje ineens vlekjes gekregen. Het varken zegt ; ga maar lekker in bed liggen, ga maar slapen, mijn vlekjes worden minder, ik ga wel voor je zorgen. 
Over het praktisch kunnen, de plichten en de gevaren van het dokterschap.

Waarom zegt de heks het zelf niet tegen de dieren?
In het verhaal laat Tijger zien aan Kantjil hoe hij in de val zat voordat de man hem bevrijdde. opgeruimd staat netjes vindt Kantjil en hij laat de tijger zitten in de val.