In groep 6 doen we onderzoek naar soorten vragen. “waarom ben jij zo belangrijk?”. Deze vraag werd gesteld aan de pompoen in de kring vorige week.
Het is een filosofische vraag vinden de kinderen, want de vraag begint met “waarom”
Ben jij belangrijk?
“Ja , ik ben belangrijk omdat ik besta. Ik ben belangrijke voor voor mijn ouders en voor mijn hele familie.
“De juf is belangrijk! Nee! Want iedereen kan filosofiejuf worden, dus de juf is niet belangrijk. De juf is niet professioneel en daarom is ze niet belangrijk. Ze stelt alleen maar vragen , ze weet niets en dan ben je niet belangrijk. Nee! Zeggen andere kinderen De juf heeft veel carrière in de filosofie. U bent belangrijk voor de kinderen en uw man. U durft het om vragen te stellen. De juf vraagt expres, omdat u het antwoord niet wil geven. Dat is filosofie. God is de belangrijkste! God heeft je gemaakt. Ook al geloof je niet in God, hij heeft je toch gemaakt, dus hij is het belangrijkst.”
M
We maken met elkaar een reuzenweb met de duimen omhoog. We geven onszelf als groep een compliment.”











K. heeft een nieuw plan; Hij zet de kinderen in een rij achter elkaar met alle gezichten naar voren. K. Gaat vooraan staan , ook zijn gezicht naar voren. Hij maakt een sprongetje omhoog. Alle kinderen doen hem een voor een na. Er gaat een “golf” van beweging door de rij.
Als je met 1000 mannen (en 1000 vrouwen) gaat lopen en je klapt kan je dan zorgen dat het geen chaos wordt?
Met 6 kleuterklassen (groep 1 en 2) begin ik dit nieuwe “filosofie” jaar met de naam. Er is een babymuis in de klas en die heeft nog geen naam. Als de kleuters binnenkomen staat het mandje met het muisje midden in de kring, op een kleedje in een groot poppenbed.
De witte is de mama. Want babymuis lijkt erop, die is ook wit. Die grijze is papa. Want hij s niet wit,. Hij heeft een jongensboek aan. Omdat hij een witte neus heeft. Hij is grijs en hij heeft een sportbroek. Dat is een normale papamuis. Het is een muizenbroek met knopen. 
De kinderen schrijven op de uiltjes wat zij willen leren dit jaar. Er worden uiltjes versierd en in de klasse-boom gehangen. Iedere klas heeft nu een filosofieboom met wensen van alle kinderen voor dit jaar; 160 uiltjes hangen in zeven bomen.
A


Van de olifant met vleugels. Hij was eerst een ei , maar hij had olifantenbloed. En hoe de dief binnen in het huis kon komen. Het kikkerverhaal, De gruffalo en de slang die zei dat hij bij de Gruffalo ging eten. De sneeuwpop. En dat het zielig was dat hij ging smelten. Het spel wie is de baas. En wij vinden jou superleuk!”